Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 378] [p. 378] Sevenste Antwoordt. DAt my, door u, de naem van schemper wort geschonken, Leert my de Vrientschaps-wet verdragen, doch, soo rap Een ander my soo noemt, gewis ick stel my schrap Om hem te keer te gaen, 'k was alsoo lief versonken In Sticx, daer niet dan druck, en droefheyt wordt gedronken, Als u in 't alderminst te hoonen. 'k Hoop het sap, Dat eer en glory geeft aen ymandts Vryerschap, Soo ick 'er yets van heb, soo quaet niet sal ontfonken: Om u, die 'k soo bemin, te smaden, door gedicht: Ach! was ick nergens aêrs, als daer op afgericht, Te vollegen het spoor van uw roemwaerde zeden, Ick had gelucks genoegh, mijn grootste Vriendt in 't Landt, Hierom soo bid ick u, verstel die valsche trant, Die uwe Dicht-lier slaet, soo danck ick u met reden. J. Zoutman. Vorige Volgende