Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 377] [p. 377] Seste Antwoordt. GY steekt my met uw' Pen, door vel, en vleesch, en schonken, Gy blijft ('t zy wat ick segg') tot schempen even rap, En slaght dat boose Wijf, wiens duymen altijdt schrap Tot knippen stonden, schoons' in 't Water wierd' gesonken. Soo 't tegendeel niet bleek, ick riep u uyt voor dronken, Maer neen, dat schort u niet: u groen en jeugdig sap, Dat nu op 't krachtighst is, ontrent uw Vryerschap, Heeft boertens-lust, om my daer door in konst t' ontvonken. Hou aen, ick voel al baet, mijn breyn tot dees tijdt dicht, Gaet open, door de geur, van 't Peperigh gericht By u lest op-geschaft: ick voel alreê mijn zeden Verand'ren na de wijs van 't Konst-godinnen Landt. Vaer gy slechts voort, en hou uw voor-gemelde trant, Daer 's kans genoegh om my te winnen door uw reden. P.Y. van der Hof. Vorige Volgende