Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 372] [p. 372] Klinck-dicht, Tot ontnuchtering van mijn Vriendt J.Z. Daer in gevolgt de trant van P.C. Hooft, en C. Huygens, &c. SOo ick soo deê als gy, ick raeckte licht beschoncken, Daer gy noch (soo gy segt) bleeft even fris, en rap. De Duyvel, hoop ick, raeckt met u soo niet weêr schrap; Die anders niet en wenscht, als dat gy waert versoncken In helse-duysternis, ach! drinckt u nimmer droncken: Maer danck veel liever Godt voor 't edel Druyvesap. Het loopen in de Kroegh dat schaet uw Vryerschap. Schey uyt, en doof die vlam, die soo veel heete voncken, En vloecken van sich geeft. Bewaer uw Ziel heel dicht, En zijt, tot Godes eer, op deughden afgericht. Laet noyt onnutte-klap, 't geselschap, uw zeden Verderven, maer beoogh altijdt u Vaderlandt; Dat is het Hemelrijck, en vollig waerheyts trant, Soo hoopt gy na de doodt uw saligheyt met reden. P.Y. van der Hof. Vorige Volgende