Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Tweede Rekeningh, of antwoordt op 't Protest. ICk weet wel dat danck-heb de schoorsteen noyt deê roocken Ter plaetse daer myn Mo'er heeft sulck een groot gesagh, Dat ick, noch niemandt van haer huysgesin, vermagh (Ten zy het haer belieft) ontrent den haert de smoocken, Noch laet ick evenwel niet na het vyer te stoken, Al schoon danck heb myn dienst beloont, nu voor een dag Of ses aen u gedaen. Ick doe gelyck ick plagh, [pagina 272] [p. 272] Dewyl my Turf noch Hout, tot noch toe, heeft ontbroken. Myn Reeck'ningh eyscht, voor eens, de wellust van uw Hof: Of is 't te veel, danck-heb. Hier uvt neemt ghy nu stof, En toont, misnoeght op my, vernoeght te sullen leven Als ick wat meeder eysch. Maer Vriendt, wilt ghy myn lof Niet krencken? soo bestry myn eysch geen meer soo grof. Seght ghy danck-heb soo sal ick u quitantie geven. C.G. Kleyn. Vorige Volgende