Spreeckende schildery
(1646)–Sibylle van Griethuysen– AuteursrechtvrijSibylle van Griethuysen, Spreeckende schildery. Claude Fonteyne, Leeuwarden 1646
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1204 B 19: 1, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Spreeckende schildery van Sibylle van Griethuysen uit 1646.
redactionele ingrepen
fol. A3r: Ghebreeeken → Ghebreecken: ‘En dacht op mijn Ghebreecken’.
fol. A4r: Hebbbe → Hebbe: ‘Hebbe dan weder de Pen in de handt genomen’.
fol. A4r: auderen → anderen: ‘ende den anderen, om dat hy al sijn Secreten’.
fol. A4r: doleu → dolen: ‘achter Lande gaen dolen, die't Recht’.
fol. A4v: Sweerdeu → Sweerden: ‘en sijn Trauwanten, om Spietsen en Sweerden’.
fol. A4v: ous → ons: ‘waer toe ons wil ervorderen, Hy, die’
fol. C1r, noot: Iohau → Iohan: ‘Iohan. 6. 58.’.
fol. C1v: boven' t → boven 't: ‘lichten Voys, met handen boven 't Hooft’.
fol. C3r: ifse't → isse't: ‘Soo isse't oock gestelt met die van Godt gewitten’.
fol. D1v: ghefloteu → ghefloten: ‘de vloeck der Spoocken, wech ghefloten’.
fol. M1r-M4v: Het gedicht op deze pagina's hoort niet bij het oorspronkelijke werk maar is in dit exemplaar bijgebonden.
fol. M2v: vsrs → vers: ‘Text 1 boeck Moses cap. 28. van vers 16’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (A1v, M4v) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. A1r]
Sibylle van Griethuysens
Spreeckende Schildery;
af-beeldende
Een corte Uerclaringe
Over het vierde Vers des eersten Capittels, uyt het Hoge Liedt Salomons: Cantic. 1. vers. 4. Treckt my; &c.
JOAN. 4.34
Gedrukt tot Leeuwarden,
By Claude Fonteyne, Boeck-Drucker Ordinaris der Ed. Mog. Heeren Staten van Frieslandt. 1646.