Matthezius Doctor.
SEy, van sulcke lieden, die weynigh in koomst hebbende, altijdt groote gastmalen wilden houden: Het schickt sich niet wel, en het duert oock niet langh, dat arme ghesellen, met groote lepelen, willen eten. Hier by voeght het Nederlandts vaersje niet qualyck, dat onder de Luyaerts, sulck een slagh van menschen, oock schoon pooght te boenen; seggende:
Luy, lecker, en veel te meughen,
Zyn dry dingen, die niet deughen.