drachten die in de achttiende eeuw populair waren bij de gegoede burgerij.
Begin 2010 stond de teller op 154 lezingen, maar ongetwijfeld komt er dit jaar weer een aantal bij. Er is blijkbaar een grote behoefte om met een groep gelijkgestemden een onderwerp uitputtend behandeld te zien door een deskundige of ‘prestigieuze’ spreker. In die zin vormen al die lezingen een beetje het spiegelbeeld van wat in de media gaande is. De noodzaak voor de media om kort te zijn, heeft een markt geschapen voor het lange verhaal, de beschouwende lezing.
‘Markt’ is wellicht niet het goede woord, want anders dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waar je je brood kunt verdienen met lezingen houden, krijgen de sprekers van de in dit overzicht genoemde lezingen lang niet altijd betaald, noch hoeven de luisteraars hoge toegangsprijzen te betalen. Het woord ‘prestige’ betekent meestal dat het voor de spreker een eer is te worden uitgenodigd; op betaling hoeft hij of zij niet te rekenen.
De lancering van de eerder genoemde H.J. Schoo-lezing was voor de redactie van Elsevier aanleiding een in 2004 in het weekblad gepubliceerde lijst met ‘prestigieuze’ lezingen uit te breiden. Voor dit boek is deze lijst aangevuld met de namen van alle sprekers en, indien die waren te achterhalen, met de titels van hun toespraken. Het resultaat biedt tevens een fraai inzicht in wie populair is in het lezingencircuit.
De inventarisatie is ook een lofrede op de lezing: kijk eens hoe dit genre de afgelopen veertig jaar tot bloei is gekomen. Tegelijk laat ze zien hoe rijk en divers het lezingencircuit is.
arendo joustra
hoofdredacteur elsevier