willen, maar om altijd iets anders te willen.
Het is niet interessant om een kapitalistische orde te vervangen door een communistische orde. De orde is nooit interessant. De eenige toestand waarin de mensch geëxalteerd leven kan, de eenige toestand dus waarin de kunstenaar kracht en materiaal vindt voor zijn arbeid is de wanorde, de volmaakte, kokende wanorde.
Aan iedere scheppingsdaad ging en gaat zulk een ontroering, zulk een innerlijke ordeverstoring vooraf. Uit de vlakke, stille, gladde, evenwichtige geest van een dorpsnotaris is geen regel poëzie te persen. Fatsoenlijke, goed geëquilibreerde menschen zijn bovendien niet interessant. En alle groote historische figuren op ieder gebied zijn opgestaan in een tijd van oorlog, verwarring, omwenteling. ‘Gelukkige’ volken - het is maar wat men gelukkig noemt - hebben geen geschiedenis, maar óók geen helden en kunstenaars.
Qui veut la fin, veut les moyens. Zoodra men kunst wil, accepteert men de eenige mogelijkheid voor het ontstaan van kunst: wanorde, waar en hoe dan ook. Op de Hoogere Burgerschool leeren de jongelui dat na de periode van individualisme (1880) een inkeer volgde en dat toen de sociale