Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd1095. Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth) aan J. Greshoff, 17 september 1956Ga naar eind1['s-Gravenhage,] 17/9/56.
Zeergeachte Heer Greshoff, Te Uwe geruststelling diene het bericht, dat Uw beider passen annex kaarten in mijn bezit zijn. Tot op dit moment weet ik nog niet of ik vóór Vrijdag nog naar Amsterdam ga; heb ik morgenochtend nog geen zekerheid, dan stuur ik U in dat geval de passen aangetekend per expresse toe, zodat U ze uiterlijk morgenavond in Uw bezit heeft. Voor Uw vertrek bel ik U dan nog wel op. Ik vond het wat jammer dat het gistermiddag zo [xxx] toeging; maar ik had gerekend op Uw komst vóór de middag, had ik de namiddag niet vrij gehouden, zodat en André Peters en enkele familieleden het huis bezet hielden. Hopelijk heeft U me dit niet kwalijk genomen. De zaak Begeer ontwikkelt zich toch niet zo gunstig als ik aanvankelijk meende.Ga naar eind2 Ik moest vanmorgen weer komen en ontmoette zo de jonge Begeer. Het bleek toen dat Vader en zoon van mening verschilden over de aard van de functie; de Vader had n.l. het oog op een artistiek-zakelijke functie, de zoon alleen een commerciële functie. Dit lijkt me[,] op het moment althans, niet zo bar aantrekkelijk, bovendien moet ik daartoe eerst weer eens wat kruisverhoren ondergaan; het maniakale psychotechnische onderzoek. Ik zie me, vòòr de terugkomst van de Heer Stols, zeker nog niet veilig geborgen. Met beleefde groeten en de meeste hoogachting J.P. Barth
denkt U nog aan het ms van de nieuwe roman van M. Gijsen?Ga naar eind3 JP |