Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd1074. Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth) aan J. Greshoff, 29 april 1956Ga naar eind1['s-Gravenhage,] 29/4/56.
Zeergeachte Heer Greshoff, Direct na ontvangst van Uw kaart heb ik het cb opdracht gegeven de drie reeds verschenen delen van Du Perron verpakt als een kei naar U toe te sturen.Ga naar eind2 Ze zullen dus wel dezer dagen arriveren. Eergisteravond nam ik afscheid van Marnix Gijsen, die a.s. Dinsdag weer naar Amerika vertrekt. De hernieuwde kennismaking met hem is me niet helemaal meegevallen. Hij is, althans voor mij, een moeilijk te ontsluiten mens met weinig neiging het verschil in jaren, ervaring, instelling en eruditie bewust van zijn kant te overbruggen. Vrijdagavond eindelijk kreeg ik heel vaag het gevoel dat het ijs, van polaire afmetingen, aan het ontdooien was. Waarschijnlijk lag deze stroefheid aan een eigenschap die ons beiden ‘siert’ (of misschien beter ‘ontsiert’) n.l. wat men met een fraaie term ‘introvert’ noemt, in goed gangbaar Nederlands geslotenheid. Ik moet eerst aan iemand gewend zijn en onze wederzijdse belangen kennen eer ik me thuis voel en aldus een vrij samenhangend gesprek kan voeren. Maar ik poog wel doelbewust deze terughoudendheid te overwinnen, zeker wanneer de ander mij daarbij behulpzaam is. Dit nu, deed hij beslist niet, en het eerste bezoek bij mij thuis (tevens het | |
[pagina 275]
| |
laatste) was een bezoeking voor mijn Vrouw en mij en ik dank nog God dat zijn nichtjeGa naar eind3 er bij was, zodat er tenminste toch wel eens af en toe iemand wat zei. De zelfde avond gaf M.G. toen het befaamde eten, met Dubois, v.d. Veen, Kossmann, van Maanen, Clare Lennart, Annie M.G. Schmidt, Mevrouw Simons,Ga naar eind4 het nichtje en ik als gasten. Samen met zijn confraters (als ik de dames hieronder mag rekenen) ontdooide hij wat en werd eerst gaandeweg wel gezellig. Kossmann draag ik niet bepaald diep in mijn hart en Adrianno Venus is een beminnelijke praatjesmaker bovenal praatjesmelker in deze samenstelling. Overigens is een man als hij wel gemakkelijk op bijeenkomsten waar het wat stroefjes toegaat. Het bezwaar is alleen dat ze, eens begonnen, niet meer van ophouden weten. Het laatste gedeelte van de avond bestond dan ook alleen uit de causerie van Adr. Venus, die met een verbijsterend gemak eens aangehaalde standpunten doch onhoudbaar gebleken, voor nieuwe, diametraal tegenovergestelde weet te verwisselen. Zeer knap doch op den duur ietwat vermoeiend. De rest bestond uit heel lieve mensen, die wel welwillend toeluisterden. De volgende dag was de receptie. Ondanks het feit dat dit een Zondag was, was de opkomst groot; ik schat dat van mijn 120 uitnodigingen een dikke 80 à 90 verschenen. Merkwaardig waren er echter slechts een vijftal boekhandelaren (van de verwachte 20). Deze profiteerden wel van de bestede moeite. Want het gelukte hen, wat mij nimmer gelukte, n.l. Gijsen voor lezingen te strikken. Het was ietwat pijnlijk voor me te ontdekken dat terwijl ik nog enkele minuten tevoren medegedeeld had dat Gijsen geen lezingen wilde houden in zijn verlofdagen, hij even later wel bereid bleek te zijn. De argumenten v/d boekhandelaren waren dus sterker dan die van de uitgever. De drie lezingen werden vastgesteld in Den Haag (Bijenkorf), Delft (Academia) en Rotterdam (Bijenkorf).Ga naar eind5 Indien het aan mij had gelegen had ik wel een iets andere samenstelling gedaan, maar goed, ik ben al blij dat er dus lezingen werden gehouden. Voorts waren er ‘officiële’ personen en bijkans de complete pers, de kranten stonden dan ook de dag daarna vol van Gijsen's bezoek. Gomperts had hem nog tevoren een interview afgenomen,Ga naar eind6 iets wat nog tijdens het geval een paar maal herhaald werd.Ga naar eind7 De [xxx] der mensen kent zijn grenzen niet: 50.1% bedankte MG. voor het schoons dat hij hen geboden had in zijn werk, 47.9% zei dat men hem zo bewonderde en de resterende 2% stamelde wat doch kon dan door de drukte niet verder aan het woord komen. Wel vroeg iedereen naar zijn indrukken van Amerika. Adrianus VenusGa naar eind8 vulde het laatste gedeelte van de middag met een boeiend betoog tot de gérant ons vriendelijk doch beslist verzocht de zaal te ruimen voor de volgende gelegenheid. De avond inviteerde MG ons (mijn Vrouw en mij) samen met zijn nichtje en | |
[pagina 276]
| |
Mevr. Simons voor een eten in ‘De Kleine Lekkerbeck’.Ga naar eind9 Dankzij Mevr. Simons met wie ik mij gemakkelijk en plezierig onderhouden kon, verliep dit tamelijk vlot en zonder al te veel stroefheid. Hierna vertrok MG en hoorde ik niet meer [+van] hem op een telefoontje na tot de Woensdag (de 25e) om 7.30 toen ik hem haalde voor de 1o lezing. De belangstelling was overweldigend, trouwens het honorarium was ook niet slecht. Weer bijkans de gehele pers + veel officiële lieden. Daar ik niets van hem had gehoord had ik in overleg met de organisatoren van de lezing een titel gekozen, die elke mogelijke vlucht mogelijk maakte: ‘Amerika en mijn romans’. MG koos Amerika en hield daar een boeiende, economisch-politiek-sociologische verhandeling over, die misschien wel niet het publiek gaf wat het verwachtte, doch wel geheel tevreden stelde. Er werden veel boeken verkocht (volgens alle 3 organisatoren werden de records geslagen) en na de pauze werden vragen gesteld die MG in staat stelde op brilliante wijze zijn gaven te tonen. Trouwens ook de lezing was geheel à l'improviste! Na afloop gingen we met wat lieden (o.a. een wethouder)Ga naar eind10 in Terminus zitten.Ga naar eind11 De dag daarop was de lezing in Delft. Daar ik de lezing in Den Haag al gehoord had, stelde MG er geen prijs op dat ik wederom de lezing hoorde en moest ik samen met Mej. Bellefroid (Rose Corona) ergens verwijlen. Ik heb me zeer geamuseerd met die dame, jeugd vriendin (en eveneens schrijfster) van MG. Ze vertelde me van U een goede kritiek te hebben gehad. Is zij waard voor het fonds Stols? MG drong daar nog al op aan. Kunt U zich haar werk nog herinneren?Ga naar eind12 Wel mochten wij de vragen bijwonen, die weer erg aardig en vlot waren en waar MG zeer passend op antwoordde. De lezing was evenals in Den Haag druk bezocht. Toen, Vrijdag, kwam Rotterdam aan de beurt. Waren er in Den Haag en Delft plaatsen tekort, in Rotterdam was er nog wat ruimte over. Hier hield hij een andere lezing, vnl. over zijn jeugd en pas later indrukken over Amerika. Waarschijnlijk meer hetgeen men van hem verwachtte. Zeer interessant overigens, alhoewel de lezing, technisch gesproken, door de samenstelling onevenwichtiger was dan de beide anderen. De vragen waren, U kent het Rotterdamse publiek, erg ‘nuttig’, in de trant van ‘Raadt U een student die [+een] één-jarige beurs voor Amerika heeft gekregen, aan dit te aanvaarden?’ (historisch). Door de vragen was MG gedwongen zijn geestigheid te vergeten en gewoon te antwoorden. Na afloop, mijn Vrouw was mee, gingen we even zitten ergens met Kossmann + Vrouw.Ga naar eind13 En op deze laatste avond leek mij MG los te komen en praatte we erg gezellig en plezierig. Hopelijk beginnen we er volgende keer daar, waar we Vrijdag eindigden. | |
[pagina 277]
| |
Mijn eindindruk is deze: een gesloten, doch wel sympathieke man, die zich uiterst moeilijk geeft, enerzijds zeer geestig anderzijds zeer bruusk in zijn weigeringen. Een man, die afwisselend welwillend kan zijn dan wel stug en ongenaakbaar. Een man als oude rode Bourgogne. Kostelijk doch het beste te genieten bij kleine teugen en met tussenpauzen. Ik ben wel benieuwd of we ons inderdaad nader zijn gekomen. Beschouwt U dit wel als een strikt persoonlijke ontboezeming, behalve mijn Vrouw bent U de enige die ik deze mening geef. Compleet zijn deze feiten overigens nog niet, doch dan zou ik nog meer moeten schrijven en mijn hand wordt langzamerhand moe, en U, arme, moet dit geschrijf maar ontwarren en ontraadselen. In het kader van deze brief lijken me verdere mededelingen niet van onmisbaar belang. Weldra schrijf ik weer, en dan meer persoonlijk. Informeert U mij [xxx] [xxx] omtrent Uw gesteldheid en wat ik nog voor U kan doen. Ik lees dezer dagen Volière. De Gijseniaanse dagen hebben me afgemat, en ik ben nog lamg niet 100%. Met beleefde groeten, ook voor Mevr. Greshoff en de meeste hoogachting Uw J.P. Barth |
|