Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 130]

961. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 9 oktober 1953

‘Geluksdam’

Koffiefontein o.v.s.

Beste Sander,

Gisteren kreeg ik je briefje in mineur. En terecht. Is die mogelijkheid van Bogota zoo ineens in lucht opgegaan? Ik vrees dat de Unesco maar één zorg heeft: bezuìnigen! Het zou mij werkelijk verdriet doen als Greet, die wij zoo van harte liefhebben, ècht boos was.

1.	Hoe kàn ik nu weten dat het mensch Lennart zelf deze teekeningen wenschte?^1
2.	Maar zelfs dan. Moet een uitgever zijn goede naam en zijn geld wagen alléén om een auteursgril?

Het publiek weet niets van Lennarts ingrijpen en zegt dus (terecht) hoe kan een man als Stòls zulke monstruositeiten verspreiden. Je kunt per slot beter een auteur dan een reputatie verliezen! Ik kan je verzekeren dat het een klap in mijn gezicht was: dìt boek onder jouw naam!

Ik hoop dat je véél succes mag hebben met je nieuwe plannen. Blijft Barth je helpen? Of gaat hij afstudeeren. Ik zie vooral uit naar die poëzieklassieken!!!²

Aty schrijft dezer dagen uitvoerig over het huiselijke

Het is hier hoogst rustig.

Heel veel hartelijks en goeds vh.th

Geheel je

Jan

9 Oct 19[:53]

1 Greshoff doelde op de tekeningen van Lucebert bij Rouska waarover hij in zijn bespreking in Het Vaderland de staf had gebroken. (Zie ook br.960 n.9.)

2 Zie br.960 n.8.