Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd900. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 25 mei 1952Quito, 25 Mei 1952
Beste Jan, Met veel genoegen heb ik je brief uit Capri van 25 April en je eerste uit Kaapstad met je gelukwensen ter gelegenheid van het lintje [+ontvangen].Ga naar eind1 Ik kreeg een aardige brief van Reinink en een hele sleep brieven. Laat eens weten, hoe het met Gerrit Bakker gaat en vraag hem eens, als je hem tòch schrijft, mij eens te schrijven. Hoe hebben jullie het huis en de tuin teruggevonden? en Frits?Ga naar eind2 Het gehele ms van de Vleespotten heb ik hier gehad en nu naar Salden doorgezonden met het verzoek het boek van cover tot cover te verzorgen. Zeer bedankt voor de veranderingen; ik vond maar heel weinig waar je overheen gelezen had. Van Gelder wordt veranderd in Van Bever.Ga naar eind3 Blij te horen, dat je aan het boekje over Bert zult werken en dat het in 1953 kan verschijnen.Ga naar eind4 Hij heeft de Essays tot '53 uitgesteld. Er zijn er in 3 talen: Ned., | |
[pagina 57]
| |
Eng. en Frans. Het zal een novum zijn, een oospr. 3 talig auteur uit te geven in één deel.Ga naar eind5 Van Jany een brief, waarin o.a. dat Jacques officier o.n. is geworden.Ga naar eind6 Wat is Nederland toch een bekakt land. Overal uit Holland hoor ik dat je indruk omtrent de dubbele dood in de letterkunde bevestigd wordt. Ook de Fransen klagen over 't zelfde bij hèn. Ik las in één adem ‘Le Hussard sur le Toit’ van Giono;Ga naar eind7 het lijkt inderdaad Stendhal herboren! ‘Trois pas en arrière’ heb ik besteld. Hier is het leven uitermate on-boeiend. Ik heb ineens een heel stuk Quitonese memoires geschreven; zo nu en dan heb ik de gelegenheid om terug te grijpen naar b.v. gesprekken met Gide naar aanleiding van lectuur óver Gide. Als ik de geest krijg ga ik weer door. Er iedere dag aan werken kan ik niet: ik ben nogal lui. Momenteel heb ik meer dan genoeg van mijn werk hier en de mensen. Het is me een raadsel, hoe Unesco, Uno en de v.s. zoveel geld smijten tegen een land aan, dat het niet waard is. Ze begeren de hulp niet, werken zelf in genen dele mee, hebben er geen geld voor over. Ik denk dat ik er t.z.t., en zeker in mijn eindrapport, een boekje over zal opendoen. Het is niet mijn bedoeling, hier nog een contract voor een tweede jaar te aanvaarden, als ik de baan kan krijgen, waarnaar ik solliciteer, n.l. naar die van directeur v.h. Collège Néerlandais in de Cité Universitaire te Parijs.Ga naar eind8 Greet en ik zouden het heerlijk vinden als ik benoemd werd. Maar er zullen heus wel enorm veel sollicitanten zijn. De tegenwoordige directeur is dr W.E. van WijkGa naar eind9 (vader van de hoofdredacteur v.h. VaderlandGa naar eind10) een vriend van mij sinds 1915, waarmee ik steeds contact heb aangehouden. Hij kent me van hbs-scholier af, door en door. Als hij me wil aanbevelen, maak ik een goede kans. Voor 't overige probeer ik een andere Unesco baan te krijgen (Havanna of Parijs), die ik altijd kan aannemen als het Collège niet zou lukken. En lukt geen van drieën, dan gaan we waarschijnlijk begin October naar Den Haag terug: op hoop van zegen... Parijs zou me passen als een handschoen! We hebben hier bepaald financiële zorgen en ik moet wel mijn hele salaris van 600 dollar plus 540 gulden per maand hier opnemen (van Juni af) en de jongens in Holland door de uitgeverij laten betalen. Het leven hier is krankzinnig duur, en we leven héél veel eenvoudiger dan in Holland. Natuurlijk hebben we de auto af te betalen tot en met Augustus. Maar dan is het contract ook bijna om, tenzij er verlengd wordt. Voor Eva is het hier ook geen land. Ze neemt Spaanse lessen en geeft Engelse, doet boodschappen met Greet en verveelt zich verder gruwelijk. Het zal voor haar een hele toer zijn, de 6 maanden vól te krijgen. | |
[pagina 58]
| |
Zelf heb ik weinig lust tot corresponderen en geld om boeken te kopen heb ik niet, zelfs geen pocketbook kan er af. Bovendien zijn de boekhandels slecht voorzien. Tijdschriften zijn er niet. Ik leef op wat ik uit Holland en Frankrijk ontvang (reisduur: 8 weken...). Neen, het is inderdaad een achterlijk land. Zelfs boeken uit Spanje zie je niet; ik heb nog nooit een volk gezien, dat zó met zichzelf ingenomen is. De schilders kennen de Parijse school alleen van plaatjes en schilderen dit dan nà en ernáást na. Verder copiëren ze de Mexicanen op hun manier. Frans en Engels lezen ze in vertalingen. Ze schrijven dan existentialistisch en ‘abstract’ zonder tot de kern de zaak ter kunnen doordringen. Toneel is er niet, eigen film niet, de prachtige Indio-muziek verafschuwen ze. Ze zijn dol op Hitler, PeronGa naar eind11 en hùn held: Velasco Ibarra. Het is een volk dat een goed pak slaag verdient! 1 Juni zijn de verkiezingen, het zal wel gedonder worden.Ga naar eind12 Heel veel liefs van ons driën voor Aty, zonen, schoondochter en Frits. Je Sander |
|