Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd874. Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth) aan J. Greshoff 24, februari 1952Ga naar eind1['s-Gravenhage,] 24 Februari 1952
Zeergeachte heer Greshoff, Door een werkelijk overstelpende drukte ben ik er niet eerder toe gekomen Uw brief van de 10e te beantwoorden, maar nu heb ik de Zondag tot schrijfdag geproclameerd en ga ik dus maar aan de slag. Dr Exalto heeft de bewuste fl. 50, - ruim 10 dagen geleden ontvangen. De rekening van Bloem zal ik hiervoor belasten, ik hoop, dat U hem hierover ingelicht heeft, of moet ik dat nog doen? Hierbij tevens de verzendfactuur van Elsevier voor de boeken aan Mr Jacques Malan. De boeken zijn aangetekend verzonden. Krijg ik het factuurtje terug? Nu is het mij duidelijk geworden, wat er haperde aan de honorariumbetaling voor Prof. Goris. Het is geheel zijn eigen schuld. Wat is er n.l. gebeurd? Sinds de eerste uitgave van Joachim zijn auteursvergunningen aangevraagd ten name van Prof. Goris te New York. Die zijn altijd geregeld afgekomen en leverden nooit enige moeilijkheid op. Vlgs mededeling van de uitg. Stols kreeg Goris een t usa rekening, d.w.z. voor transfers in Amerikaanse valuta. Aangezien de dollar het hoogst genoteerd staat van elke andere muntsoort betekende dit, dat de Nederl. Bank onmiddellijk vergunning gaf tot betaling in elke andere muntsoort, al zou het Afganistanse roebels geweest zijn, omdat al die andere valuta minder ‘hard’ zijn dan de dollar en betaling in die andere munstsoorten een besparing aan kostbaardere deviezen ging opleveren. Vergeeft U mij deze lange uitweiding, maar dit is n.l. de clou. Want, wat is Goris gaan doen? Een tijdje geleden schreef hij een brief aan de H.[ollandse] B.[ank] U.[nie] waarin hij, geheel ongevraagd(!!!!) iets vermeldde in de trant van ‘Te uwer informatie moge nog dienen, dat ik Belgisch ambtenaar ben, tijdelijk(!!!) in New York verblijf houd, maar Brussels ingezetene ben’. U begrijpt, dat de Nd. Bank onmiddellijk een streep door allevergunningen voor Gijsen haalde en onmiddellijk zijn t-rekening blokkeerde. En, voor zijn t usa rekening een t Belgie-rkg ging zetten, aangezien de B.fr. een veel zwakkere geldsoort is en veel beter aanwezig. We zijn in Nederland, en dus duurde dit uitteraard een paar maanden. Ik kwam er toevallig achter, omdat ik op zeker ogenblik bepaald erg | |
[pagina 15]
| |
boos werd en eens bellen ging over de Goris zaak. Toen werd me dat uitgelegd. Enfin, ik vertelde dat Goris daar sedert jàren zat, nooit wegging etc. en dat ze maar moesten doen, alsof hij die brief niet [+had] geschreven. Daar dachten ze gewoon niet aan, want sedert de bankwet van 1950 zijn alle banken als verlengstuk van de Nederl. Bank (de staatsbank) te beschouwen en zou een verdonkeremaning van die brief indruisen jegend de erecode of iets van dien geest. Dit is te meer vervelend omdat er al betalingen gelopen hebben over die t usa rekening en men mij natuurlijk van onjuiste inlichtingen beschuldigt, al is dit geheel te goeder trouw gebeurd. Maar dat betekent tevens, dat men in den vervolge al mijn beweringen met welwillend wantrouwen zal aanhoren, en we hébben nogal wat met buitenlandse auteurs en uitgevers te maken. Het is alles bij elkaar niet zo erg als het misschien lijkt, maar leuk is het bepaald niet. Natuurlijk begrijp ik best, dat Gijsen daar niet het minste kwaad mee bedoeld heeft en elke normale buitenlander vat niets van de ingewikkelde kleinsteedse bepalingen en is argeloos voor al de klemmen die men hier uitgezet heeft om vooral zoveel mogelijk geld in het land te houden. Maar desalniettemin is het me raadselachtig waarom Goris dat schrijven ging, zonder dat hij er om gevraagd werd. Het onplezierigste vind ik echter nog, dit Goris aan zijn verstand te moeten brengen, want die denkt natuurlijk, dat we hem niet betalen willen of kunnen en dat ik hem voor de gek gehouden heb met mijn bewering dat hij zijn geld in alle mogelijke valuta zou kunnen krijgen. Want nu worden het alleen maar frs of glds. Hij zal dan zijn geld naar Belgie moeten laten overmaken en vandaar uit naar de v.s. Het zal U mischien al bekend zijn, dat de schoonvader van dhr Stols, mijnheer F.J. Kroesen overleden is. Een week voor zijn dood bezocht ik hem nog, en vermoedde ik niet, dat zijn toestand zo kritiek was. Het spijt me oprecht, want het was een allervriendelijkste en correcte oude heer. Ook voor juffr. Stols lijkt het me erg verdrietig, haar vacantie in Holland zal er wel door bedorven zijn. Zoals U mij aanried maakte ik enkele weken geleden kennis met Eva. Het is een buitengewoon charmant en onderhoudend meisje, dat haar ouders in Zuid-Amerika zeer tot nut zal kunnen zijn. Heer Stols schreef mij, dat hij van Clare Lennart een bundel met verhalen in de herfst verwachtte;Ga naar eind2 ik zal er voor zorgen dat U bijtijds proeven krijgt, opdat U misschien op een gunstige tijd een kritiek kunt schrijven (wanneer de bundel natuurlijk goed genoeg is) en wij daar wat van kunnen gebruiken voor de flap.Ga naar eind3 Ik hoorde een eeuwige tijd niets uit Ecuador, tot opeens ik deze week 2x achter elkaar een lange brief kreeg.Ga naar eind4 Hierdoor ben ik gelukkig weer geheel georienteerd, kon ik Elsevier de nodige instructies geven en behoef ik niet mijn informaties bij Elsevier te halen, wat soms wel eens vervelend was. | |
[pagina 16]
| |
Nu zit ik met spanning te wachten op de Vleeschpotten. Hopelijk vindt U op het schoon Capri tijd en gelegenheid om dit ms persklaar te maken. Herdrukt worden nu Klaaglied, Serenade, Atonaal en de SchelpGa naar eind5 zal ook wel binnenkort hiervoor in aanmerking komen. Voor Klaaglied laat ik de diverse veranderingen (verjaardag!) aanbrengen.Ga naar eind6 Ik heb een pittige brief voor Elsevier-Brussel in de pen, in de Volksgazet verscheen n.l. een stukje waarin de uitgeverij Stols beticht werd Belgie als koloniaal achterland te beschouwen, omdat Gijsen niet te krijgen is.Ga naar eind7 En Elsevier zelf had n.b. de brutaliteit mij dat stukje te zenden. Waar ze de euvele moed vandaan halen is mij een raadsel. Gelukkig heeft Elsevier-Amsterdam ook vaak last met die lieden zodat het dus zeer duidelijk niet aan mij ligt. Dit zullen ze me niet meer leveren, desnoods ga ik er zelf heen. Ik dank U nog hartelijk voor Uw vriendelijke brief aan mij, wilt U voor mij een woordje doen bij Goris? 't Is toch heus zijn eigen schuld. Met vriendelijke groeten en de meeste hoogachting, gaarne Uw d.v. J.P. Barth |
|