Ik ben niet aan Q. ge [xxx] noch gebonden. Ik ben geheel vrij niet alleen
van vreemde smetten, doch ook van uitgeversboeien. Maar ik zou dit alles toch graag willen overleggen en regelen met mijn dagelijksche vriend in n.y..
Dr. F.H. Landshoff, een alleralleraardigste, loyale, bescheiden, hartelijke kerel. Zoodra hij
in Nederland terug is, kan ik de zaak entameeren. Ik wacht dus nog even, maar ik houd je gehéél
op de hoogte van de verdere ontwikkelingen. Wacht jij dus ook even. Géén herdrukken in een vorm
die mij niet meer bevredigt!! Het is nog heelemaal niet zeker dat Landshoff zijn relaties met
Q. hervatGa naar eind11
Nu nog een kleinigheid:
Ik heb indertijd het initiatief tot de Slauerhoffcommissie genomen en was er tot mijn vertrek
een actief lid van. Ik mag toch veronderstellen, dat N&vD [:voor] de leden een ex. der
Slauerhoffuitgave gereserveerd heeft.Ga naar eind12 Zoo niet dan kan ik dat niet anders dan hondsch noemem. Zoo ja, geef mijn
ex. dan aan BalkemaGa naar eind13 mede.
Stuur mij zoo spoedig mogelijk de 12 nieuwe gedichten voor Standpunten II
met de korte inleiding van Simon.Ga naar eind14
Waarom ik niet naar Maastricht schreef? Omdat ik tot voor enkele
weken, op grond van een onvolledig bericht in de meening verkeerde dat B en St. weggeschoten
was.
Joep heb ik nogal gezien. Hij heeft een kwade tijd doorgemaakt, hetgeen hem niet belette als
een vorst te leven, maar nu is hij boven Jan door opdrachten (o.a. van Philip's Radio
Corp)Ga naar eind15
Waarom is EmileGa naar eind16 gefusileerd: als gijselaar of als ondergrondswerker?
Kun je zijn verzen niet in een plaketje verzamelen?
Nu, Sander, schrijf gauw weder. Je brieven zijn honing voor mijn geschaafde ziel.
Veel liefs voor Margaretha en haar Kroost.
Veel, heel veel liefs van Aty voor allen,
geheel je
Jan
n b Herdruk vooral nooit de ‘Afrikaansche Verzameling’
van onze kleine Uys.Ga naar eind17 Deze was nooit goed en is nù een
aanfluiting!
Wie heeft Simons boek over Verwey uitgegeven?Ga naar eind18
|
-
eind1
- Gerrit Bakker (1907-1988) was in de tijd dat
Greshoff in Arnhem woonde bij boekhandel Hijman, Stenfert Kroese & Van der Zande
werkzaam geweest. In 1928 was hij in dienst getreden bij de Hollandsch-Afrikaansche Uitgevers
Maatschappij (h.a.u.m.) te Kaapstad. In 1943 had hij te Johannesburg
boekhandel en uitgeverij Constantia opgericht.
-
eind2
- Greshoffs Verzameld werk zou in
vijf delen bij P.N. van Kampen & Zoon n.v. en Em. Querido's
Uitgeversmij n.v. te Amsterdam verschijnen. De delen werden alle naar
typografische aanwijzingen van Susanne Heynemann gedrukt bij Boosten & Stols. Band- en
stofomslag waren van Henri Friedlaender; over dit ontwerp zou Bob van Kampen op 19 mei 1948
aan Greshoff schrijven: ‘Nu wat de uitvoering betreft. Ik ben het met je eens, dat dit beter
gekund had, toch mogen de delen, wanneer ze in de toekomst zo naast elkaar staan, er zijn.
Vergeet ook niet, dat er uitstekend houtvrij papier voor gebruik wordt. [...] Ik voor mij had
Friedländer niet genomen voor de omslagen. Salden was mijn man geweest. Uit de correspondentie
van Greshoff met Van Kampen blijkt dat ook Piet Byl een ontwerp voor de omslag van het Verzameld werk gemaakt had; dit ontwerp is niet achterhaald.
Deel 1 had
een oplage van 3000 exemplaren gebonden (plus 600 exemplaren plano), deel 2 tot en met 4 een
gebonden oplage van 1500 exemplaren (plus 300 in plano) en deel 5 een gebonden oplage van 1300
exemplaren (plus 200 in plano). (Med. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam.) Zie voor de
onderscheiden delen n.3, 8, 4, 7 en 5. Aanvankelijk zou het Verzameld
werk zeven delen omvatten. Er is een, ongedateerd maar waarschijnlijk uit juli 1946
stammend, contract tussen Greshoff en n.v. Em. Querido's Uitgevers-Mij
bewaard gebleven, waarin de uitgeefster zich verbindt ‘in druk uit te geven een zes- à ten
hoogste zevendeelige uitgave Verzameld werk’. Op 8 november schreef Bob
van Kampen aan Greshoff: ‘Van Krimpen sprak mij over je plannen, in 1947 je verzamelde werk
uit te geven. Dat lijkt me een goed idee. Daar is iets moois van te maken. Alleen verwondert
het me, dat ik dat van v.Kr. moest hooren. Ik ben toch je uitgever! Je hebt me voor je naar
z.a. ging, verzekerd dat alles van jouw hand bij mij het licht zal zien.
Dus hoe zit dat?’ Op 23 januari 1946 zou Greshoff aan S. Vestdijk schrijven: ‘Wij ploeteren,
Aty en ik, aan het persklaar maken der Verz. Werken 5 dln zijn in een vergevorderde staat van
gereedheid. 2 dln eischen nog wat meer tijd. Het is afschuwelijk die oude kost te herkauwen.’
Op 13 januari had hij Vestdijk zijn Verzameld werk al aangekondigd: ‘Ik ben
nu bezig de geheele zwik te herzien en anders te rangschikken. Aty tikt zich rot, ik kijk toe.
Ik kom dan tot zeven deelen, waarvan er zes vóór 1 July persklaar zullen zijn: 1. Legkaart
(een keuze uit de aphorismen en lapidaire beschouwingen) 2. Rariteiten,
gevolgd door Rebuten 3. Eerbare Voorstellen (“serieuze” studies) 4. Zwanen Pesten (boutades en
scheurplaatjes[?]) 5. Bereisde Roel (reisnotities) 6. Gedichten 1902-1947 7. De Slechte
Leerling (autobiographisch)’. Ook aan Jan van Krimpen zou hij op 18 maart 1946 schrijven: ‘Wat
mijn eigen proeven betreft. Deze verschijnen, uitgelezen, in zeven delen, bij? Er zijn
verschillende gegadigden. Ik denk ten slotte bij Querido. Doch er is nog niets definitiefs.’
In een brief van 15 februari 1946 schreef Alice von Eugen-van Nahuys namens Querido aan
Greshoff: ‘Ik heb mij in betrekking tot Uw eigen werk altijd zeer passief gedragen, omdat onze
uitgeverij pas tweemaal en, gezien de vele jaren waarin U publiceert, eigenlijk pas op een
vrij laat tijdstip (en eenmaal zelfs onder vrij vreemde omstandigheden) in de gelegenheid
gesteld was werk van U uit te geven en ik meende, dat U, door vriendschap verbonden met den
jongen Boucher en met Stols, hen zou laten voorgaan wanneer U nieuw werk uit te geven had. Nu
hoor ik van Fritz Landshoff [...] dat U van plan bent, een selectie uit Uw omvangrijke en
veelzijdige werk te maken en die als Verzameld Werk uit te geven. En nu is voor mij, meen ik,
het oogenblik gekomen om naar voren te treden en U te zeggen, dat onze uitgeverij het een eer
zal vinden [...] als wij uw Verzamelde Werken mogen uitgeven.’ Vier dagen later schreef
Landshoff aan Greshoff: ‘Onmiddellijk na mijn aankomst heb ik de kwestie van je Verzamelde
Werken ter hand genomen. Ik hoop en geloof, dat ik de situatie zoo objectief mogelijk en
uitsluitend in jouw belang heb bestudeerd. Zooals de situatie is, acht ik een verschijning van
je Verzamelde Werken bij Em. Q. een zeer goede oplossing. Ik geloof beslist, dat je hier bij
actievere en vooruitstrevender firma terecht komt dan bij één van de door jou genoemde,
behalve misschien Meulenhoff, die echter zeer groote bezwaren heeft. Iedereen, je neef
incluis, klaagt steen en been over het verschrikkelijk langzame tempo, waarin Meulenhoff
besluiten neemt. [...] Em.Q. is er enthousiast voor je Verzamelde Werken te laten verschijnen
en wil met [Jan] van Krimpens hulp een bijzonder mooie uitgave maken. De kwestie van den
omvang is nog niet heelemaal duidelijk, nu we niet alle boeken en manuscripten bij de hand
hebben. Wij waren oorspronkelijk van meening, dat het niet meer dan vijf deelen zouden worden.
Je schrijft, dat het er waarschijnlijk zeven zullen zijn.’ Over de eventuele
betrokkenheid van Stols en andere uitgevers bij de uitgave zou Greshoff begin 1946 met
Landshoff corresponderen. Buiten het ter plekke geciteerde van wat Landshoff over Stols zou
schrijven, schreef hij: ‘Natuurlijk kan ik ook met Meulenhoff of van Kampen over de verzamelde
werken spreken. Ik zie daarvan echter het voordeel niet in. Je kunt alles wat je wilt bij
Querido krijgen; wat is dan het voordeel, naar een anderen uitgever te gaan? Je eigen neef kan
bevestigen, hoe langzaam Meulenhoff is en v. Kampen is zuinig en moeilijk. Waarom dus
moeilijkheden zoeken, die niet noodig zijn.’ (Zie verder br.687 n.5.) Uit latere
correspondentie blijkt dat Querido uiteindelijk alleen om reden van de verwachte
papiervoorraad van P.N. van Kampen & Zoon met hen voor de uitgave van Greshoffs Verzameld werk in zee is gegaan.
-
eind3
- Het eerste deel van Greshoffs Verzameld werk zou de zesde, aan N.P. van Wyk Louw opgedragen druk van zijn Gedichten bevatten. Het zou in juni 1948 verschijnen.
-
eind4
- Het derde deel van Greshoffs Verzameld werk werd gevormd door het aan Adriaan van der Veen opgedragen Zwanen pesten. In dit deel zouden onder meer Spijkers met koppen,
Voetzoekers, De wieken van de molen en Rebuten worden herdrukt. Het
zou in december 1948 verschijnen.
-
eind5
- Als vijfde deel
van Greshoffs Verzameld werk zou in december 1950 het aan Jan van Nijlen
opgedragen Het boek der vriendschap verschijnen, dat autobiografische
notities van Greshoff bevatte.
Aan Vestdijk zou hij op 23 januari 1946 de titel De slechte leerling voor zijn autobiografische schetsen noemen. (Zie n.2.) In
1955 zou Greshoff ook Barth een bundel autobiografische schetsen aanbieden. (Zie br.1023
n.1.)
-
eind6
-
Bereisde Roel zou geen deel van het Verzameld
werk uitmaken. (Zie ook br.983 n.1.)
-
eind7
- Het vierde deel van
Greshoffs Verzameld werk, het aan J.C. Bloem opgedragen Grensgebied, zou opstellen over literatuur bevatten. Het zou in maart 1950
verschijnen. Mogelijk dat dit deel overeenstemt met wat Greshoff als Ernstig
gemeend aankondigde. (Zie ook n.8.) Aan S. Vestdijk zou Greshoff op 23 januari 1946
waarschijnlijk dit deel onder de titel Eerbare voorstellen aankondigen.
(Zie n.2.) In februari 1949, toen de kopij voor dit deel al lang was ingeleverd en deze zelfs
al gezet was, zou Greshoff nog proberen dit deel te verwisselen met Klein
kabinet van curiosa.
-
eind8
- Als tweede deel van
Greshoffs Verzameld werk zou in augustus 1948 het aan A. Roland Holst
opgedragen Legkaart verschijnen. Dit deel omvatte aforismen en notities
over literatuur.
Mogelijk vormt dit deel een combinatie van de door Greshoff
voorgestelde delen Lappendeken en Formulae. (Zie ook
n.10.)
-
eind9
-
Rebuten zou worden
opgenomen in Zwanen pesten. Rariteiten zou gedeeltelijk worden opgenomen in
Grensgebied. (Zie n.4 en n.7.)
-
eind10
- Mogelijk dat het
door Greshoff beoogde deel aforismen Formulae een plaats heeft gevonden in
Legkaart. (Zie n.8.)
-
eind11
- F.H. Landshoff zou eind 1946 benoemd worden tot directeur van
de nieuw opgerichte internationale medische uitgeverij Excerpta Medica, die door Querido
Verlag, Amsterdamsche Boek- en Courantenmaatschappij en J.M. Meulenhoff werd gesticht.
Landshoff zou daarnaast vanaf eind 1946 verantwoordelijk zijn voor het Duitstalige fonds van
het Querido Verlag te Amsterdam, en in mei 1948 beheerder worden van het
Bermann-Fischer/Querido Verlag. Het Bermann-Fischer Verlag was in 1936 door Gottfried Bermann
in Wenen opgericht, en had de in Duitsland verboden auteurs uit het fonds van het S. Fischer
Verlag onder zijn hoede genomen. In 1938 werd het Bermann-Fischer Verlag in Wenen onteigend.
De uitgeverij moest toen eerst uitwijken naar Stockholm en later naar New York, waarnaartoe
Bermann in september 1940 vluchtte. Na de oorlog werd in 1947 in Wenen het Bermann-Fischer
Verlag heropgericht; in 1948 werd een fusie aangegaan tussen het Querido Verlag en het
Bermann-Fischer Verlag; L.B. Fischer Publishing te New York - een gezamenlijke activiteit van
Landshoff en Bermann - zou in januari 1946 aan de Amerikaanse uitgever A.A. Wynn verkocht
worden. Onder de naam Bermann-Fischer/Querido Verlag werd het bedrijf in Amsterdam tot eind
1951 voortgezet. (Zie A.L. Sötemann, Querido van 1915 tot 1990. Een
uitgeverij, Amsterdam 1990, p. 99-100.) Querido Inc. - een gezamenlijke activiteit
van Landshoff, Greshoff en M.E.H. Warendorf - zou nog tot circa 1965 in New York door
Warendorf alleen worden voortgezet. (Zie M.E.H. Warendorf, Van Holkema &
Warendorf 1891-1 januari-1991, Scarsdale 1989.) In 1952 associeerde Landshoff zich met
de Amerikaanse uitgever van kunstboeken Harry N. Abrams, voor wie hij in Amsterdam het
Europese kantoor stichtte. (Zie ook br.660 n.12.)
-
eind12
- In januari 1941 waren de delen
i en ii van de Verzamelde werken van
J. Slauerhoff verschenen bij Nijgh & Van Ditmar n.v. te Rotterdam.
Deze delen bevatten resp. Poëzie i en
ii
. In augustus van dat jaar was deel iii (Poëzie iii) verschenen, en in december deel iv
Proza i). (Zie ook br.667 n.8.)
-
eind13
- August Aimé Balkema (geb. 1906) had zich in 1934
als boekhandelaar te Amsterdam gevestigd. In 1937 verplaatste hij zijn boekhandel naar Het
Huis aan de Drie Grachten, op het kruispunt van Oude Zijds Voorburgwal, Oude Zijds
Achterburgwal en Grimburgwal. Tijdens de oorlog had Balkema een groot aantal clandestiene
uitgaven gedrukt. (Zie Catalogus van vijftig boeken en boekjes zonder toestemming
uitgegeven in de jaren 1942-1945 door A.A. Balkema te Amsterdam, Amsterdam 1945.) Hij
deed dit zowel onder eigen naam, als - in samenwerking met H. de la Fontaine Verwey, W.Gs.
Hellinga en Jan van Krimpen - onder de naam Vijf Ponden Pers en - in samenwerking met F.E.A.
Batten en Adriaan Morriën - onder de naam Het Zwarte Schaap. In april 1946 reisde hij ter
verkenning van de vestigingsmogelijkheden naar Zuid-Afrika, waar hij zich in maart 1947
definitief zou vestigen. Hij nam al spoedig in Kaapstad (Burgstraat) The South African Bookman
van Julian Rollnich over. Eén van zijn medepassagiers op zijn eerste reis naar Zuid-Afrika
schreef na aankomst in een brief aan haar echtgenoot over de contacten die Balkema met
Greshoff had: ‘B. is nogal teneergedrukt. Hij is in de boekwinkels en bibliotheek geweest,
vindt dat er niets gebeurt, heeft van G. ook gehoord dat de mensen hier geen boeken kopen en
er zeer zeker geen moeite voor doen, kan niet begrijpen dat iemand liever
lekker eet en in een auto rijdt dan een goed boek koopt [...]. G. heeft hem natuurlijk bij
alle belangrijke mensen geïntroduceerd’ (Zie M.A. Bax-Botha, Oortog
geboekstaaf, in Liber amicorum pro A.A. Balkema (ed. P.E. Westra et
al.), Kaapstad 1984, p. 22.)
-
eind15
- Zie over deze periode in Joep Nicolas' bestaan: Claire Nicolas
White, Joep Nicolas.
Leven en werk, Venlo 1979, p. 71-73, en voor de wekelijkse reclameopdrachten
van Philips: p. 72.
-
eind16
- Emile van der Borch van Verwolde.
(Zie br.662 n.16 en br.667 n.11.)
-
eind18
-
Albert
Verwey en de Idee was bij Stols verschenen.
|