(Trio, in Den Haag), eerst commercieel, werd me te druk, toen artistiek.Ga naar eind27 Heb 1 Sept.
bedankt. Ben nu:
1o | uitgever |
2o | productieleider Nijgh & van DitmarGa naar eind28
litt.
adv. is Laurens v.d. Waals Directeur: J.Th. Piek.Ga naar eind29
Zijlstra is in Mei 1940 †.Ga naar eind30 |
3o | beheerder c.q. bestuurder van twee n.s.b. uitgeverijen (Holle
& CoGa naar eind31 vroeger van Rijkscommissariaat! en ‘De Schouw’Ga naar eind32 vroeger van Department v.
Volksvoorlichting![)] |
Ik heb het dus druk genoeg.
We zitten nu in de geldzuivering + enorme belastingen. Wat zal er over blijven van het nu
geïnde geld wegens uitverkocht fonds?
Heb veel in voorbereiding, o.a.:
Verder veel losse bundels, boeken over kunst, historie, natuurhistorie, economie,
internationaal recht, brochures, enz. Veel herdrukken! Er is nog niets gereed, doch de eerste
boeken komen in October van den binder. O.a. twee zeer fraaie bundels van Piet van Eyck (nog
geantedateerd!).Ga naar eind36
Stuur jij nu ook gauw alles wat je publiceerde? Kan ik je ‘Gedichten’ uitbreiden met je
poëzie van nà 1938?Ga naar eind37 Een flinke bundel? Ik werk met 7 drukkerijen.Ga naar eind38 Papiersituatie is nog erg slecht. In den oorlog herdrukte ik nog Jan van
Nijlen's Poezie.Ga naar eind39 Ik hoor maar niets van
hem.Ga naar eind40
Wanneer kom je naar Holland? Is er voor mij wat te doen in Kaapstad? Kan ik er mij als
uitgever vestigen, denk je? Heb genoeg van ons land! Wil naar Parijs (over een jaar of zoo) of
naar Kaapstad!
Hartelijke groeten, mede van Greet, ook voor Aty en Kees
van je
Sander
|
-
eind1
- Geschreven op briefpapier van A.A.M. Stols, Bildersstraat 8,
's-Gravenhage.
-
eind2
- J. Slauerhoff en Darja Collin waren in 1930 getrouwd en
gingen vervolgens boven de dansschool van Collin op de Jozef Israëlslaan te Den Haag wonen. In
dit pand woonden gedurende die periode ook Alexei d'Ormesson, en Everard en Hertha Bouws. (Zie
br.263 n.2.) Begin 1932 vertrokken zij naar Merano; bij terugkeer naar Nederland in augustus
1932 woonden Slauerhoff en Darja Collin in Wassenaar, terwijl de dansschool gevestigd was op
het Piet Heinplein te Den Haag. De Jozef Israëlslaan werd van 1943 tot 1945 Thorn Prikkerlaan
genoemd.
-
eind3
- De architect Jan Willem Eduard Buijs (1889-1961) was een neef van Greshoff. Door
zijn bemiddeling had Greshoffs moeder, P.J.M. Greshoff-Buijs, in de oorlog Den Haag niet
hoeven te verlaten, maar kon zij ondergebracht worden in een pension op de Groot
Hertoginnelaan. Buijs leidde vanaf 1924 met J.B. Lürsen het Bureau Ir. J.W.E. Buijs en J.B.
Lürsen. In de winter van 1942 was Buijs gedwongen geweest zijn woning aan de Statenlaan 62 te
Den Haag te verlaten en een veel kleinere woning aan het Stuyvesantplein te betrekken. Zijn
moeder, G.C.A. Buijs-Kuypers, met wie hij steeds had samengewoond, was op 23 januari 1940
overleden. (Zie C.M. Rehorst, Jan Buijs, architect van De Volharding, Meppel
1982, p. 145; en br.660 n.2)
-
eind4
- F.J. Kroesen en E.A.M. Kroesen-van de Stadt waren in februari
1940 vanuit Bussum naar de Van Kijfhoeklaan te Den Haag verhuisd. In november 1943 vonden zij
onderdak bij de familie Henny te Wassenaar. Vanaf september 1944 tot eind mei 1945 hadden zij
bij Arthur van Rantwijk in de Vondelstraat gewoond. (Med. mevr. M.W. Stols-Kroesen,
Leiden.)
-
eind5
- A. Roland Holst was in het voorjaar van 1944 bij
zijn broer Hendrik Wouter Roland Holst (geb. 1900) in Laren komen wonen. Pas in het voorjaar
van 1946 zou hij weer zijn huis in Bergen kunnen betrekken. (Zie ook br.660 n.5.)
-
eind6
- J.C.
Bloem was per 1 juli 1942 tot griffier van het kantongerecht te Zutphen benoemd. Vanaf
september 1940 had hij in Voorburg gewoond. Het laatste oorlogsjaar had hij met Clara Eggink
en zijn zoon Wim op de Deventerscheweg in Zutphen gewoond. Bij de bevrijding was zijn huis
door granaatvuur getroffen, waardoor hij naar Pension Derkshof in Warnsveld had moeten
verhuizen; Clara Eggink keerde toen terug naar Amsterdam. (Zie A.L. Sötemann, Vier opstellen over J.C. Bloem, Amsterdam 1979, p. 57 en p. 59.)
-
eind7
- Martinus Nijhoff was op 10 mei
1940 gemobliseerd. Op 12 mei was hij bij Arnhem gewond geraakt en had hij twee weken in
krijgsgevangenschap doorgebracht. Tijdens de oorlog had men hem willen benoemen tot hoogleraar
aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam ter vervanging van N.A. Donkersloot. Na zijn
weigering was hij in de Kleine Kazernestraat te Den Haag ondergedoken. Na de oorlog was hij
door de op 25 juni aangetreden minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen G. van der
Leeuw benoemd tot regeringsadviseur voor letteren.
-
eind8
- Greshoffs Gedichten was op 20 februari 1941 opgenomen op de ‘Aanvullende lijst van boeken waarvan
de uitleening verboden of voorbehouden is’ van de Centrale Vereeniging voor Openbare Leeszalen
en Bibliotheken in de rubriek ‘Voorbehouden belletrie’; deze categorie omvatte
‘belletristische werken, die [...] als on-Duitsch moeten worden beschouwd’. De titels van de
werken op de lijst moesten uit de catalogi worden verwijderd, maar de categorie ‘Voorbehouden
belletrie’ mocht nog wel voor ‘ernstige studiedoeleinden en onder verantwoordelijkheid van de
leiders der leeszaal’ worden uitgeleend. (Zie G.A. van Riemsdijk, Geschiedenis
van de Openbare Bibliotheek in Nederland (2), Van mei 1940 tot mei 1945, Den Haag 1979,
p. 147-152.) Op 22 mei 1940 al was een circulaire aan de Nederlandse boekhandelaren, uitgevers
en houders van leesbibliotheken of leesinrichtingen gezonden met richtlijnen voor het uit de
voorraad verwijderen van boeken die als ‘deutsch-feindlich’ moesten worden beschouwd. (Zie De
Boekverkooper, 25 mei 1940.)
Van de vijfde druk van Greshoffs Gedichten
zijn door Stols vervolgens tijdens de Tweede Wereldoorlog exemplaren verkrijgbaar gesteld,
waaruit de laatste katernen, te beginnen met dat waarin de Bruine liedjes
stonden (p. 189), door Stols waren verwijderd. Stols verspreidde in augustus 1940 zijn
‘Fondscatalogus Voorjaar 1940’ voorzien van een aanvulling en op de voorzijde beplakt met een
papieren strook die de tekst droeg: ‘n.b. Deze catalogus bevat enkele
uitgaven, die door de tijdsomstandigheden uit de circulatie zijn genomen. Alleen indien
voorzien van de los bijgevoegde Aanvulling en verbetering, gedateerd Augustus 1940, mag deze catalogus verspreid worden.’ Blijkens de aanvulling
waren van Greshoff de titels Currente calamo, Spijkers met koppen, Gedichten,
Ikaros bekeerd, Confetti en Bij feestelijke gelegenheden zogenaamd
uitverkocht. Vanaf Stols' ‘Fondscatalogus Voorjaar 1941’ kwamen zij dan ook in diens catalogi
niet meer voor. De bezetting had papierrantsoenering en uitsluiting van nieuwe boeken van
alle schrijvers die niet bij de Kultuurkamer waren aangesloten betekend, maar de uitgevers
hadden hun enorme boekenvoorraden gewoon door verkocht. Zie over de oorlogsperiode van
Stols' uitgeverij ook Huib van Krimpen, Kaleidoscoop van een uitgeversleven:
enkele retouches, in Spektator 9 (1979-1980) 3, p. 263-268.
-
eind9
- Zie voor een overzicht van Stols' clandestiene uitgaven: Het vrije
boek in onvrije tijd. Bibliografie van illegale en clandestiene bellettrie (ed. Dirk de
Jong), Leiden 1958, p. 340; en Publish and be free. A catalogue of clandestine
books printed in the Netherlands 1940-1945 in the British Library (ed. Anna E.C.
Simoni), The Hague-London 1975, p. 263.
-
eind10
- Stols was op 14 juni 1944
door de Sicherheitspolizei gearresteerd. Hij werd op 14 augustus 1944 vrijgelaten, na actie
van Greet Stols die een request aan de Duitsers richtte. Greet Stols had over Stols'
vrijlating overigens geen contact met de adjudant van Hans Albin Rauter (1892-1949), maar met
een zekere Frank (mogelijk Kriminalkommisar Friedrich Frank van de Abteilung iv (Gegnerbekämpfung) van de staf van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des sd). (Zie ook br.660 n.8.)
-
eind11
- Over de precieze
aard en omvang van deze activiteiten van Stols zijn geen nadere gegevens achterhaald.
Simon Carmiggelt vertelde tegen Lisette Lewin in een interview, sprekend over drukkerij ando van Fokko Tamminga te Den Haag: ‘Ik kwam een keer naar zijn drukkerij om
Het Parool op te maken en daar zag ik Stols die ik uit Den Haag kende. Hij
stond De Vrije Kunstenaar op te maken.’ (Lisette Lewin, Het
clandestiene boek 1940-1945, Amsterdam 1983, p. 217.) Voorts is melding gemaakt van
de technische medewerking die Stols in de bezettingstijd aan uitgeverij De Bezige Bij heeft
gegeven. (Richter Roegholt, De geschiedenis van De Bezige Bij 1942-1972,
Amsterdam 1972, p. 288.) Greet Stols kan zich herinneren dat Stols te zamen met Fokko Tamminga
regelmatig met illegaal drukwerk naar Amsterdam reisde. (Med. mevr. M.W. Stols-Kroesen,
Leiden.)
-
eind12
- De Limburgse glazenier Joep Nicolas was eind 1939 naar
Amerika geëmigreerd. (Zie voor zijn verblijf in New York: Claire Nicolas White, Joep Nicolas. Leven en werk, Venlo 1979, p. 69-76.)
-
eind13
- Al tijdens de bezetting gingen stemmen op om foute Nederlanders na de bevrijding
te straffen. De Nederlandse regering te Londen bereidde hiertoe een aantal wettelijke
regelingen voor. In 1943 en 1944 kondigde de regering enkele besluiten af die voorzagen in de
instelling van Bijzondere Gerechtshoven en Tribunalen. Ook werd er een aantal
zuiveringsbesluiten uitgevaardigd. In 1944 werd het Tijdelijk Persbesluit 1944 afgekondigd dat
voorzag in de instelling van een perscommissie. In 1945 werd dit persbesluit vervangen door
het Tijdelijk Persbesluit 1945.
In september 1945 startte de Commissie voor de
Perszuivering haar werkzaamheden, die naast het zuiveren van personen, met de mogelijkheid tot
het ontzetten uit een functie, ook het uitgeven van certificaten van geen bezwaar omvatte. In
1947 kreeg de Commissie de mogelijkheid tot het opleggen van een naamsverbod en van gehele of
gedeeltelijk onteigening van een onderneming. De in oktober 1945 geïnstalleerde Persraad hield
zich onder meer bezig met de verschijning van periodieken. (Zie F.J.F.M. Duynstee/J.
Bosmans, Het kabinet Schermerhorn-Drees 25 juni 1945-3 juli 1946,
Assen-Amsterdam 1977, p. 285-291; en Jan Driever/Jan Brauer, Perszuivering. De
Nederlandse pers 1944-1951, Weesp 1984.) Hoewel de Commissie voor de Perszuivering
niet overging tot het opleggen van een naamsverbod voor Het Vaderland, werden de directeur en
de hoofdredacteuren van Het Vaderland voor resp. 12 en 1½ jaar uit hun functie ontheven. (Zie
René Vos, Niet voor publicatie. De legale Nederlandse pers tijdens de Duitse
bezetting, Amsterdam 1988, p. 212, p. 360, p. 409, p. 435 en p. 429.) In juni 1947
zou G.H. 's-Gravesande met pensioen gaan en afscheid nemen als kunstredacteur van Het
Vaderland; na deze datum zou hij nog wel als medewerker aan deze krant verbonden
blijven.
-
eind14
- Ant ter Braak-Faber had van 1 juli 1940
tot januari 1941 bij haar zuster Mien ter Braak-Faber gelogeerd op het adres Statenplein 3b te Den Haag. In die tijd was zij in de leer bij de boekbinder Hilde
Schröder. In januari 1941 vergezelde zij haar vader naar Marssum (Friesland), waar hij weer
als predikant ging werken. Zij bleef daar tot augustus 1945. (Zie br.660 n.21 voor de
verblijfplaats van Ant ter Braak in september.)
Haar zuster Harmina Johanna Faber (geb.
1916) was sedert 18 januari 1939 getrouwd met Jan Willem Gijsbertus ter Braak (1903-1971), de
broer van Menno ter Braak.
-
eind15
- Charles van Nijlen (1921-1945) was op 12
februari 1944 in Brussel gearresteerd, maar wist op 23 februari op het station te Leuven te
ontsnappen. Tot 2 april dook hij onder, maar op die dag werd hij door de Gestapo opnieuw
gevangengenomen. Eerst verbleef hij in de gevangenis van St. Gillis (Brussel), later in het
Fort van Breedonck. Vervolgens was hij als politieke gevangene overgebracht naar Buchenwald.
Hij werd overgeplaatst naar Dora en vervolgens naar Ellrich, waar hij op 1 februari aan
dysenterie was gestorven.
-
eind16
- Emile van der Borch van Verwolde was in juni 1942 gearresteerd op beschuldiging van spionage
en sabotage. Van der Borch was lid van de vanuit Londen geleide id
(Inlichtingendienst), die in Nederland inlichtingen verzamelde over Duitse activiteiten. Hij
werd ter dood veroordeeld en op 20 mei 1943 op de Leusderheide gefusilleerd. (Zie C. van Dijk,
Aux frais d'un amateur. Emile baron van der Borch van Verwolde en het boek,
in Uit bibliotheektuin en informatieveld. Opstellen aangeboden aan dr. D.
Grosheide [...] (ed. H.F. Hofman et al.), Utrecht 1978, p. 270.)
-
eind17
- J.F. van Royen was op 10 juni 1942 in het concentratiekamp te Amersfoort
overleden. In maart was hij door de sd gearresteerd, omdat men hem als
drijvende kracht beschouwde achter het protest tegen de Kultuurkamer. Aan het begin van de
oorlog had hij met G.A. van Poelje de Nederlandse Organisatie van Kunstenaars (nok) opgericht; gedurende de oorlog bleef hij algemeen secretaris van het hoofdbestuur
van de ptt. (Zie A.M. Hammacher, Jean François van Royen,
1878-1942, Den Haag 1947, p. 166-183.
-
eind18
-
Parlando. Verzamelde gedichten.
-
eind19
- E. du Perron, In deze grootse
tijd zou in 1946 bij A.A.M. Stols, Uitgever te 's-Gravenhage verschijnen. Het boek werd
in het najaar van 1946 gedrukt door n.v. Drukkerij Trio te 's-Gravenhage.
De typografie, bandstempels en stofomslag waren van Henri Friedlaender.
-
eind20
- Huib
van Krimpen was in het late najaar of het begin van de winter van 1943 op staande voet
ontslagen, omdat hij opbrengsten van clandestiene uitgaven niet onmiddellijk had afgedragen.
(Med. H. van Krimpen, Amsterdam.)
-
eind21
- Valery Larbaud, Dévotions
particulières was in 1941 bij A.A.M. Stols te La Haye uitgegeven. Het boek was gedrukt
bij Boosten & Stols in een oplage van 40 exemplaren en gebonden door J. Brandt en Zn.
te Amsterdam. De titel en initialen waren getekend door Helmut Salden.
-
eind22
- Valery Larbaud, Les poésies de
A.O. Barnabooth was in 1923 te Brugge verschenen.
Stols had in 1944. zgn. ‘Pour les
Amis Danois de Maxime Claremoris’ op de privépers van Jens Skovgaard te Copenhague en met het
jaartal 1941 op de titelpagina een gezamenlijke herdruk van Les poésies de A.O.
Barnabooth en Dévotions particulières uitgebracht. Deze bundel was in
een oplage van 99 exemplaren gedrukt bij Boosten & Stols.
-
eind23
- In november 1944 had Huib van Krimpen clandestien Catrijntje
Afrika gedrukt in een oplage van 1250 exemplaren. (Zie br.644 n.10.)
Op 5 september
had Van Krimpen aan Greshoff over zijn uitgave van Catrijntje Afrika
geschreven: ‘Dit was een groot succes. Er zijn hier nog eenige exemplaren ter beschikking van
den auteur alsmede f 450.- honorarium.’
-
eind24
- Zie br.660
(p. 2) en br.657 n.17.
-
eind25
- In New York had Greshoff eind 1942 te zamen met F. Landshoff de uitgeverij Querido
Inc. opgericht. Greshoff had door deze samenwerking zoveel vertrouwen in Landshoff gekregen
dat hij zijn werk voortaan bij hem wilde uitgeven. Begin januari 1946 zou Landshoff naar
Nederland reizen, maar hij zou daar geen formele binding met Em. Querido's Uitgevers-Mij
aangaan.
-
eind26
- Op 1 april 1940 (br.657) had Greshoff aan Stols geschreven
dat hij het manuscript van een werk getiteld Een boek over het boek in mei
zou sturen. In dezelfde brief beloofde hij Stols ook zijn nieuwe gedichten, die in eenzelfde
uitvoering als Ikaros bekeerd zouden moeten worden uitgegeven, en beloofde
hij een artikel voor Halcyon over De Zilverdistel.
In Greshoffs correspondentie met Stols
was al voor april 1940 sprake van een aantal titels. Aanvankelijk zou een tekst van Greshoff
de achtste uitgave van Ursa Minor vormen. Hij hield Stols vervolgens op de hoogte van zijn
steeds wisselende plannen, zoals Drie is compagnie of Kabinetformaat. De kopij van deze laatste titel zou hij aan Stols gezonden hebben. Deze
kopij is echter nooit gearriveerd. Het is niet ondenkbaar dat iets van deze plannen
gerealiseerd is met de bundel Rariteiten. Verder had Greshoff ook Catrijntje Afrika na voltooiing aan Stols beloofd. (Zie br.639, br.650, br.651
n.5, br.654, br.657 n.4 en br.659.)
-
eind27
- Per 1 januari 1941 was Stols typografisch adviseur van nv
Drukkerij Trio te Den Haag geworden. Op 1 september 1941 zou hij adjunct-directeur worden en
per 1 januari 1943 benoemd worden tot mededirecteur naast F. Kerdijk, met de bedoeling dat
Stols na de pensionering van Kerdijk vanaf 1 april 1944 alleen de directie zou voeren. Wegens
onenigheid met Kerdijk nam Stols formeel per 15 september 1944 ontslag; hij zou nog wel tot
september 1945 aan Trio verbonden blijven als typografisch adviseur.
-
eind28
- Vanaf begin 1941 was
Stols typografisch adviseur bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar te Rotterdam. Omstreeks
november 1945 zou hij bij Nijgh & Van Ditmar in vaste dienst komen.
-
eind29
- Johannes
Theodoor Piek (1883-1966) was in 1904 bij Nijgh & Van Ditmar in dienst getreden. Van
1908 tot 1959 was hij directeur, vanaf 1921 president-directeur van de
uitgeverij.
-
eind30
- D. Zijlstra, een
van de directeuren van Nijgh & Van Ditmar, was tijdens het bombardement van Rotterdam
omgekomen.
-
eind31
- De oorspronkelijk in Berlijn gevestigde Holle &
Co's Uitgevers-Maatschappij n.v. had zich in april 1942 gevestigd in de
Parkstraat 4a in Den Haag. De directie werd gevoerd door Gerard du Ry van
Beest Holle, H. Kooistra en St. Rajszár; vanaf augustus 1944 voerde G. Doepke mede de
directie. Het fonds bestond vooral uit kunstboeken met een nationaal-socialistische inslag.
(Zie M.J. Visser, De Haagse boekhandel 1900-1961, in Jaarboek Die Haghe
(1962), p. 120.) De uitgeverij werkte nauw samen met het in 1937 opgerichte
autoritair-conservatieve en tegen de nsb aanleunende weekblad De Waag.
Samen wilden Holle & Co en De Waag een Duits-Nederlands cultureel maandblad
uitbrengen, zoals later met de verschijning van Westland, Blätter für Landschaft, Geschichte
und Kultur am Rhein, Mosel, Maas und Schelde bij een andere uitgever gerealiseerd zou worden.
(Zie Correspondentie Mr. M.M. Rost van Tonningen (1) 1921-mei 1942 (ed. E.
Fraenkel-Verkade), 's-Gravenhage. 1967, p. 188 n.2.) Stols trad van 1 september 1945 tot juni
1948 als beheerder op namens Het Nederlandsche Beheersinstituut, dat in opdracht van de Raad
voor het Rechtsherstel ‘landverraderlijke vermogens’ beheerde. Stols ontving hiervoor een
honorarium van ca. fl 2000,-per jaar. De successieve accoutantsrapporten tonen aan dat Holle
& Co per 31 december een vordering op Stols had van ruim fl 13.000,- wegens
papierleveranties. (Algemeen Rijksarchief, Den Haag, Tweede Afdeling, archief Het
Nederlandsche Beheersinstituut 1945-1967, archiefnr. 2.09.16, inv.nr.014509.) Op 21 september
1949 schreef Stols aan Het Nederlandsche Beheersinstituut: ‘In Uw brief d.d. 14 Sept. deelt U
mij mede, dat mijn schuld aan de n.v. Holle fl. 10190, 14 bedraagt. [...]
Tot mijn spijt moet ik U mededelen, dat ik niet over contante middelen beschik om dit bedrag
ineens te betalen. Heden schrijf ik wederom fl. 1000,- [...] over, zodat hierdoor de schuld
teruggebracht is tot fl. 8000,-. Indien de verkoop van mijn uitgaven enigszins meevalt, zal
ik in de maand December wederom een afbetaling op dit bedrag kunnen doen. Slechts indien U de
uiterste coulance betreffende de afwikkeling van deze schuld zoudt willen betrachten, zal ik
U volledige afbetaling kunnen toezeggen. - Zoals U bekend is, heb ik indertijd aan het van de
n.v. Holle & Co. overgenomen papier een strop gekocht, die ik
slechts zeer langzaam kan liquideren.’ (Stadsbibliotheek Haarlem, archief-Stols, omslag Het
Nederlandsche Beheersinstituut.)
-
eind32
- De Schouw was in 1941 door A. Meyer Schwenke, directeur van de Vereenigde
Persbureaux, opgericht. De uitgeverij was gevestigd aan de Nieuwe Havenstraat 38 te Den Haag.
In oktober 1942 werd de firma overgenomen door A.D. Oosthoek, die haar verplaatste naar de
J.P. Coenstraat 26. Oosthoek was op die datum als directeur van n.v.
Oosthoek's Uitgeversmaatschappij te Utrecht uitgetreden. Schwenke had in 1941 de nsb-boekhandel De Boekenschouw opgericht, gevestigd op de Herengracht 56 in
Den Haag. Op het adres Herengracht 56bis zou in augustus 1941 ook
Uitgeverij Delta onder directie van A. Storm van Leeuwen gevestigd worden (later Uitgeverij
A. Storm van Leeuwen, met als mede-vennoten P.L. Giele en J.M. Bus), die weer in 1942
verhuisde naar Nieuwe Havenstraat 42. In 1943 was De Boekenschouw omgedoopt tot c.v. Algemene Boek- en Kunsthandel De Boeckenhof en was C.J. Boers in de directie
opgenomen. (Zie M.J. Visser, De Haagse boekhandel 1900-1961, in Jaarboek
Die Haghe (1962), p. 121.) Oosthoek was uit hoofde van zijn functie directeur van het
maandblad De Schouw, Orgaan van de Nederlandsche Kultuurkamer, dat van januari 1942-januari
1945 was verschenen.
Stols trad van 27 september 1945 tot 31 december 1947 als beheerder
op namens Het Nederlandsche Beheersinstituut. (Algemeen Rijksarchief, Den Haag, Tweede
Afdeling, archief Het Nederlandsche Beheersinstituut 1945-1967, archiefnr. 2.09.16,
inv.nr.015100.) Op 4 april 1946 zou Stols aan Het Nederlandsche Beheersinstituut schrijven:
‘Hierbij bevestig ik de goede ontvangst van mijn benoeming tot bestuurder van de stichting De
Schouw te 's-Gravenhage, gedateerd 1 April 1946 en de intrekking van mijn benoeming tot
beheerder van het vermogen van A.D. Oosthoek (uitgeverij De Schouw) [...]. Onder verwijzing
naar de hierover gevoerde correspondentie verwacht ik thans nog gaarne mijn aanstelling tot
beheerder van het tijdschrift “De Schouw”, alsmede van het vermogen van
A.D. Oosthoek. Op deze wijze zal het mij mogelijk zijn thans [...] daadwerkelijk verder te
handelen aan het beheer dezer drie onafscheidelijke vermogens.’ (Stadsbibliotheek Haarlem,
archief-Stols, omslag Het Nederlandsche Beheersinstituut.)
-
eind33
- Jan Campert, Verzamelde gedichten
1922-1943 zou in december 1947 bij A.A.M. Stols, Uitgever te 's-Gravenhage verschijnen.
De bundel werd ingeleid door G.H. 's-Gravesande. Het boek werd gedrukt bij Boosten &
Stols en gebonden bij n.v. v.h. Giltay & Zoon te Dordrecht Er
werden 50 genummerde exemplaren gedrukt op Hollands van Van Gelder Zonen. Stofomslag en
bandstempel waren van H. Salden.
-
eind34
- Stols zou in vier delen de Verzamelde
gedichten van H.W.J.M. Keuls uitgeven
Als eerste zou in augustus 1947 het derde
deel, Rondeelen en kwatrijnen, bij A.A.M. Stols te 's-Gravenhage
verschijnen. Dit deel werd gedrukt bij Meijer's Boek- en Handelsdrukkerij te Wormerveer. Er
werden 25 exemplaren op geschept papier gedrukt. Band en stofomslag waren van Bertram
Weihs. Het vierde deel, Wegen en wolken, zou in mei 1948 verschijnen;
de eerste twee delen, resp. In den stroom/De dansende lamp en Om de stille, zouden pas begin 1950 volgen.
-
eind35
- Nadere gegevens over
Stols' voornemen de verzamelde werken van Menno ter Braak, E. du Perron en A. Roland Holst
uit te geven zijn niet achterhaald. Tijdens de onderhandelingen tussen Greshoff enerzijds en
Fritz Landshoff en Em. Querido anderzijds, zou Landshoff op 13 april 1946 aan Greshoff
schrijven: ‘Bij alle waardeering voor vroegere prestaties van Stols en zijn momenteele
ondernemingsgeest, ben ik zeer bang, dat hij op het oogenblik veel te groote en moeilijke
projecten in handen neemt en binnen afzienbare tijd in moeilijkheden zal raken van allerlei
aard. [...] Er heerscht op het oogenblik in zekere Nederlandsche uitgeverskringen een soort
“inflatiestemming”, die ik mij uit de na-oorlogschen tijd in Duitsland maar al te goed
herinner. De “kater”, die op zoo'n tijd volgt, ben ik echter evenmin vergeten. Holland met
zijn acht millioen inwoners en zijn tegenwoordige armoede is zeer zeker geen land, waar op
den duur verzamelde werken van du Perron of Menno ter Braak voor f. 100.- afzet kunnen vinden
in oplagen van 5000 exx. Dergelijke projecten zijn prachtig, maar moeten met de grootste
voorzichtigheid en op kleinere schaal worden opgezet. De ervaringen van het vorige jaar
bewijzen niets. De markt was volkomen leeg en heeft natuurlijk alles opgenomen.’
Op 26
november 1943 had A. Roland Holst aan Stols geschreven: ‘Een haastig oogenblik sprak ik v.
Dishoeck bij een tramhalte in A'dam. Hij beweerde dat jij, wat die verzameluitgave van mijn
werk betreft, voorstellen had gedaan, die voor hem niet aannemelijk waren. Er was geen tijd
voor verder uitleg, maar ik vermoed, dat er te zijner tijd weer eens gedrieën over
geconfereerd zal worden. Het zou jammer zijn, als dit plan nu toch weer misliep, en ik hoop,
dat jullie wederzijds zoo inschikkelijk mogelijk zult willen zijn.’ Op 11 juni had A.
Roland Holst aan Stols geschreven dat hij een lezing van Bep du Perron over Indië in Alkmaar
had bijgewoond: ‘Zij maakt zich zorg over de complete uitgave van Eddie's werk in verband met
een voorstel dat zij jou deed, om het samen met de Uitgeverij Contact te doen omdat die over
een groote papiervoorraad beschikken. In je antwoord - zoo zeide zij - ging jij er niet of
nauwelijks op in, en zij vreesde, dat je er niet voor voelde.’ In 1941 had Stols Parlando. Verzamelde gedichten van Du Perron uitgegeven, in 1946 zouden ‘definitieve’
edities van Cahiers van een lezer en In deze grootse tijd
volgen. Er is een opgave door Bertram Weihs bewaard gebleven waaruit blijkt dat hij voor
Stols wel degelijk een omslagontwerp voor de verzamelde werken van Du Perron heeft gemaakt.
(Zie Reinold Kuipers, Gerezen wit, Amsterdam 1990, p. 169-170.) Het Verzameld werk van E. du Perron zou echter van 1948-1950 in vier delen bij
Uitgeverij Contact te Amsterdam & Antwerpen verschijnen; deze editie zou worden
gedrukt bij Drukkerij H. Tulp te Zwolle. Deze editie omvatte herdrukken van Het
land van herkomst. (1948), Parlando (1948), De man van
Lebak (1949) en Poging tot afstand (1951). Op 8 oktober 1953 zou
Stols aan E. du Perron-de Roos schrijven: ‘Van Eddy's Verzamelde Werken bezit ik nog steeds
maar 3 delen: Het Land van Herkomst, Parlando en De Man van Lebak. Is er nooit méér van
verschenen? Heb je de andere delen - de vorige zond je me vriendelijkerwijze toe - misschien
voor me bewaard? Erg tevreden over de wijze, waarop Contact deze uitgave verzorgd, ben ik
overigens niet. M.i. is alles à refaire. Kunnen we hierover praten? Het snijdt me door de
ziel, als ik deze lelijke boeken zie...’ Van 1955-1959 zou een nieuwe editie van het Verzameld werk in zeven delen bij G.A. van Oorschot te Amsterdam verschijnen;
de delen zouden naar typografische aanwijzingen van Helmut Salden worden gedrukt bij n.v. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen; het door Van Oorschot uitgegeven Verzameld werk werd verzorgd door een commissie bestaande uit E. du Perron-de
Roos, F.E.A. Batten en H.A. Gomperts. Het Verzameld werk van Menno ter
Braak zou van 1950-1951 in zeven delen bij G.A. van Oorschot te Amsterdam verschijnen. De
delen zouden naar typografische aanwijzingen van Helmut Salden worden gedrukt bij n.v. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen. Het Verzameld werk
werd verzorgd door een commissie bestaande uit M. van Crevel, H.A. Gomperts en G.H.
's-Gravesande, met medewerking van A. ter Braak-Faber, J.W.G. ter Braak, Jo M. Donkersloot,
Greshoff en E. du Perron-de Roos.
-
eind36
- Tijdens de oorlog verschenen drie uitgaven van P.N.
van Eyck bij Stols:
Idee en wil. Tafelrede over Albert Verwey dat in 1944 bij A.A.M. Stols was
verschenen; de titelpagina geeft als jaar van verschijnen 1940 en de imprint vermeldt geen
plaats van verschijnen. Het boekje was door Boosten & Stols gedrukt in een oplage van
140 exemplaren, waarvan 15 romeins genummerde op handgeschept papier van J.B. Green &
Son. Over leven en dood in de poëzie waarvan de tweede druk in oktober 1945
bij A.A.M. Stols te Den Haag was verschenen; de titelpagina geeft als jaar van verschijnen
1939 en als plaats van verschijnen Maastricht. Het essay was in juli 1944 bij A.A.M. Stols te
Maastricht gedrukt in een oplage van 240 exemplaren, waarvan 15 romeins genummerde op
handgeschept papier van J.B. Green & Son. Blijkens de colofon was het essay najaar
1939 gedrukt. Het essay was gebonden door H. de Koningh te 's-Gravenhage. De oplage kwam niet
in de handel. De eerste druk was in 1938 verschenen bij J. Ploegsma te Zeist; Benaderingen. Vertaalde gedichten 1916-1940 dat in oktober 1945 bij A.A.M. Stols was
verschenen; de titelpagina geeft als verschijningsjaar 1940. De bundel was door A.A.M. Stols
te Maastricht gedrukt in een oplage van 240 exemplaren, waarvan 15 exemplaren op papier van
Barcham Green & Son. De bundel was gebonden door H. de Koningh te 's-Gravenhage. De
oplage kwam niet in de handel.
-
eind37
- Zie voor een precieze opgave van de na de vijfde
druk aan Gedichten toegevoegde gedichten: Louis Gillet, Jan
Greshoff. Zijn poëzie en poëtiek, Hasselt 1971, Bijlage iii (b), p. 367-368.
-
eind38
- De in dit jaar verschenen publikaties van Stols' uitgeverij werden gedrukt
bij ando (Den Haag), Boosten & Stols (Maastricht), Van Marken's
Drukkerij (Delft), Meijer's Boek-en Handelsdrukkerij (Wormerveer), De Mercuur (Hilversum), n.v. Boek- en Kunstdrukkerij v/h Mouton & Co (Den Haag), n.v. Drukkerij G.J. Thieme (Nijmegen) en n.v. Drukkerij Trio (Den
Haag).
-
eind39
- In juli 1944 was de tweede druk van Gedichten 1904-1938 van Jan van Nijlen verschenen bij A.A.M. Stols te 's-Gravenhage. De
bundel was gedrukt bij de Firma Boosten & Stols.
-
eind40
- Op 21 september zou Jan van Nijlen onder meer aan Stols
schrijven: ‘Sedert lang had ik het voornemen je te schrijven, maar ik kwam er niet toe door
allerlei omstandigheden, veel werk en ook een zekere neerslachtigheid. [...] In Januari 1944
heb je me geschreven dat je een herdruk van mijn verzamelde gedichten in voorbereiding had. Is
dat gebeurd, of heb je van dit plan afgezien? Ik heb thans een nieuwen bundel gedichten klaar.
[...] Het laatste bericht van Jan Greshoff ontving ik uit Amerika toen hij op het punt stond
naar Zuid-Afrika terug te keeren. Dat was in het voorjaar. Ik schreef hem toen naar zijn oud
adres in Kaapstad, maar tot nog toe ontving ik geen antwoord.’
|