Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 386]

584. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 12 september 1938¹

[Maastricht,] 12-9-1938

Beste Jan,

Binnenkort hoop ik een dag naar Brussel te kunnen komen om je iets te vertellen van den pech, die me als een schaduw volgt en mij weer vastkluistert aan mijn oude zoo wisselvallige bestaan. Ik werd na mijn verblijf in Cagnes veel vlugger dan ik dacht weer in de ellende geworpen. Mijn toekomst, met een zuiver litterair fondsje, is nu onzekerder dan ooit.²

Vanmorgen kreeg ik een kort briefje van Menno. Ik ga nu een door hem opgegeven gedragslijn voor mijn artikels in Het Vaderland volgen:³ het wordt veel prettiger dan eerst. Ik lan [lees:kan] die artikelen vanwege de kleine daaraan verbonden diensten absoluut niet missen; ik moet zelfs naar meer mogelijkheden in de gelegenheidsjournalistiek zoeken. Ik heb Menno gevraagd of ik misschien ook boeken kan bespreken die hij toch niet of liever niet bespreekt.⁴ Uitgevers vinden het valtijd[lees:altijd] vervelend als er geen of heel lang na dato een bespreking verschijnt. Ik kan dus misschien een handje meehelpen; het kan ook den roep van Het Vaderland helpen hooghouden.

Ik wend me nu ook weer tot jou als machtig man van het Holl.Wbl. Jullie hebt natuurlijk onder de in België wonende lezers heel veel oud - Limburgers. Ik heb nu gedacht dat deze menschen, die als geen andere aan hun provincie hangen, maar om de vrij hooge kosten geen limburgsch blad kunnen lezen, misschien belang zouden stellen in een wekelijkschen brief uit hun landstreek. Mocht het Holl. Wbl. iets in dit voorstel zien, dan wil ik me gaarne, tegen een vast bedrag per week of per maand, met het schrijven van een dergelijk artikel belasten.⁵ Voel je er iets voor, dan zul je het ongetwijfeld wel met Alderwerelt (van wien ik nog steeds het honorarium over de Beatrixen⁶ verwacht, dat over het volgende artikel betaalde hij prompt) in orde maken.

Mocht je verder elders mogelijkheden voor me zien, dan sta ik gereed. Weet je ook of de Kroniek voor K. en K. honorarium betaalt?⁷ Dat zou dan misschien ook iets zijn. Er staat nooit iets over de Limburgsche kunstenaars in.

Ik zit wel zéér diep in den put. Je zoudt het om minder...

Met hartelijke groeten, ook voor Aty en de jongens, mede van Greet,

je

Sander

1 Geschreven op briefpapier van A.A.M. Stols, Uitgever.

2 Waarschijnlijk doelde Stols op afwijzende reacties op zijn sollicitaties als Belgisch consul te Maastricht en als directiesecretaris van uitgeverij E.J. Brill te Leiden. (Zie br.558 n.6. resp. br.571 n.6.)

3 Op 10 september had Ter Braak aan Stols geschreven: ‘[...] dank voor de verwerking en spoedige terugzending van Vos, je zult het wel met mij eens zijn, dat het stuk zoo 5 × beter is geworden! Voor de toekomst in het algemeen: graag weinig opsommingen, ik heb in je art. over de Limb. tent. ook wat namen moeten schrappen, die den lezer hier niets zeggen, zooveel mogelijk karakteristiek, van het werkelijk belangrijke!’
In Het Vaderland van 13 september zou een artikel met de titel Veertig jaar Limburgsche kunst en in Het Vaderland van 21 september een artikel met de titel Tentoonstelling Charles Vos verschijnen. Deze artikelen waren niet ondertekend, maar zouden openen met de zinsnede: ‘Onze correspondent voor kunst in Limburg schrijft ons’.

4 Zie br.587 n.2.

5 Stols' voorstel vond geen warm onthaal, want hij zou maar sporadisch aan het Hollandsch Weekblad meewerken.

6 Zie br.542 n.2.

7 Stols zou geen bijdragen leveren aan de Kroniek van Hedendaagsche Kunst en Kultuur.