446. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 20 maart 1937Ga naar eind1
Vertrouwelijk
20/3 37
Beste Sander,
Naar ik verneem, uit goede bron, kan men het niet eens worden over de vd Hoogtprijs voor
'37.Ga naar eind2 Er
zijn eenige commissieleden, die tot géén prijs Vestdijk willen. Wil
jij nu niet eens een ex. van mijn bundel met een taktvol briefje aan mr. M.
Nijhoff zenden, 10bis Potterstraat. Utrecht Het zou voor jou aardig zijn
als dit boekje de prijs kreeg en ik zou er mijn zomerreisje uìt halen!
Vraag hem eenvoudig of hij dit boek, dat niet een willekeurige bundel is, doch een levenswerk
bevat, aan de commissie voor de Van der Hoogtprijs zou willen voorleggen.
meer niet. zoo sober mogelijk.
Laat er geen gras over groeien. Doe het nu en schrijf mij even, dat het gebeurd is. Krijgen
wij de prosp. U.M.?
Hierbij een lijstje voor De Wieken.Ga naar eind3
Laat ook verder iets hooren.
Met hart.gr. v.h.t.h
je
Jan
|
-
eind1
- Geschreven op briefpapier van Groot Nederland.
-
eind2
- De C.W. van der Hoogtprijs voor 1937 zou worden toegekend aan
Henriëtte van Eyk voor haar roman
Gabriël
. Dit was de eerste maal dat deze aanmoedigingsprijs voor jonge auteurs aan een
romanschrijver werd toegekend. Op 11 februari en 11 maart had de Commissie voor Schoone
Letteren van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde over de voordracht vergaderd. De
commissie bestond uit K.J.L. Alberdingk Thijm, W.J.M.A. Asselbergs, N.A. Donkersloot, Jo van
Dullemen-de Wit, F.C. Gerretson en Martinus Nijhoff. Tijdens de jaarvergadering op 16 juni
stemden 43 leden voor en 39 tegen de toekenning van de prijs aan Henriëtte van Eyk.
-
eind3
- Er zijn twee lijstjes voor de
presentexemplaren van
De wieken van den molen
bewaard gebleven, beide afkomstig uit het archief van Stols. Op 4 mei (br.454) zou
Greshoff Stols opnieuw een lijstje sturen. Het is niet vast te stellen welk lijstje op welke
datum gezonden is.
Op de ene staan vermeld de namen van D.A.M. Binnendijk, M.P. Brunt,
Menno ter Braak, Jan van Nijlen, A. van Schendel, J. de Sturler en Hendrik de Vries, die allen
een gecartonneerd exemplaar moesten ontvangen; en die van L.P.J. Braat, E. Boekman, M. de
Jong, J. Kutter, Johan Koning, W.L.M.E. van Leeuwen, K. Lekkerkerker, A.E. van Rantwijk,
Alfons de Ridder, P.H. Ritter Jr., H.W. Sandberg, J.H. Speenhoff, F.V. Toussaint van Boelaere,
Victor Varangot, Adriaan van der Veen, S. Vestdijk en Victor E. van Vriesland, die een
gebrocheerd exemplaar moesten ontvangen. Op het tweede lijstje komen deze zelfde namen
voor, maar daarenboven die van N. Debrot, A.J.J. Delen, G.H. 's-Gravesande, Reimond Herreman,
M.S.B. Kritzinger, Joh. de Maegt, M. Nijhoff, E. du Perron en G. Stuiveling. (Nederlands
Letterkundig Museum, collectie-Greshoff, g 785 h
3.)
|