Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd377. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 7 mei 1936Ga naar eind1Maastricht, 7 Mei 1936.
Beste Jan, Dank je zeer voor je verklaring inzake Boucher. Ik heb deze aan mijn reizigerGa naar eind2 doorgezonden. Boucher liegt, dat staat vast, want de mededeeling van Boucher was door Boucher of door zijn reizigerGa naar eind3 gedaan bij de firma van Ketel in den Haag, die daarom niet bij ons wenschte te bestellen. Van morgen heb ik van John het houtblokje ontvangen van ‘Ursa Minor’. Van morgen heb ik aan Binnendijk en aan jou een stel proeven van ‘Onvoltooid Verleden’ gezonden. Over de uitgaven[sic] van ‘De Wieken’ mogen wij momenteel nog geen besluit nemen; indien je er dus geen haast mee hebt laten wij er dan in het najaar eens over praten. Van Beversluis heb ik verder niets meer gehoord. Je bundelGa naar eind4 is nu werkelijk spoedig aan de beurt met afdrukken. Wij hebben het hier op het oogenblik erg druk met de administratie zoodat er voor andere zakelijke aangelegenheden geen tijd over is. Ik kom evenwel in de loop van deze maand met jou en Bob over de verdere deeltjes ‘Ursa Minor’ confereeren. Kun je me de door jou te maken bloemlezing (40 gedichten) van van Hattum met je voorwoordje toezenden? Ik zal dan verder met van Hattum correspondeeren.Ga naar eind5 Inmiddels met hartelijke groeten van huis tot huis, Sander |
|