Kent uw dichters!(1932)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] Bernard Verhoeven. Lied. Het bonzend neervallen der vuisten God, op Uw poorten, Tot het vleesch barst Als een gekorven vrucht, Blijft onverhoord. Maar leer verstaan: Dat het smalle vingertje van een kind Klopt en wordt opengedaan. Geef Liefde, God! O bitterheid Te bijten in de wrange vrucht Van oude zonden, Tot een zerp sap Druipt in de monden. Vergiffenis! Leer ons geduldig, dag aan dag De diepe dorens van de zinnen Uit het verdorven vleesch Plukken, als Magdalena plukte, Zachtmoedig als bloemen, De dorens uit Uw hoofd Op Golgotha. Laat mij een ziel vredig en kuisch Door het leven dragen Zooals Maria droeg Haar zoet mysterie met den Geest Diep in haar bevend hart, Als de roos het geheim In haar bladeren, De bergen over naar Elisabeth! [pagina 168] [p. 168] Laat de geluiden wandelen door de lucht In de heldere stilte van Uw genade Als witte duiven, zon op de vleugels, Kringelend om Maria's hoofd. En op den drempel der omhelzing Laat mij, een koorknaap voor het baldakijn Met zwaaiend wierookvat Psalmeeren: Mijn ziel verheft den Heer! Uit: ‘De Pelgrim’. Boosten en Stols, Maastricht. Vorige Volgende