Kent uw dichters!(1932)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] J.C. Bloem. Grafschrift. Een naamlooze in den drom der nameloozen, Aan de gelijken schijnbaar zeer gelijk, Door geen vervoering stralend uitverkozen Tot heerschen in een onaantastbaar rijk. Wie van die hem vergaten of verdroegen Ontwaarden uit hun veilige bestek De schaduw van twee vleugels, die hem joegen, Den fellen klauw in zijn gebogen nek? En nu, na het begeerde, het ontbeerde, Na de onrust en het levenslang geduld: Een steen, door 't groen gebarsten, en verweerde Letters en cijfers, die de regen vult. Uit: ‘Media Vita’. Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem. Vorige Volgende