als vader, zich een school voor zijn kroost mag uitzoeken. Dit moet door de Bemoeial geschieden. Het toezicht op onze ingeschapen opgewektheid in en buiten het huwelijk, neemt hand over hand toe. En de sacrosante persvrijheid is tot een aanfluiting geworden. Men begrijpt niet waarom het drukwerk vrij van censuur moet blijven, waar zowel film, radio als televisie volledig aan de Steekneus onderworpen zijn. Is het uit belachelijke eerbied voor een volkomen dood verleden of bewijst het een volledige minachting voor het drukwerk, waar blijkbaar geen werking meer van uitgaat?
Wij zijn paskwillen. Lafaards en zelfbedriegers. Wij leren de jeugd dat Alva een uitzuiger was en dulden thans een landgenoot, bij wie vergeleken de Spanjaard een onnozel kind in de fiscale zonde was. Wij zwetsen in de scholen over de vrijheidszin van onze voorvaderen en dresseren tegelijkertijd onze kinderen tot een verachtelijke onderwerping aan een verkapte dwingelandij uitgeoefend door betaalde klerken en politieke geestdrijvers, die bij de zo zeer gesmade inquisitie in de leer zijn gegaan en hun diplomas met de hoogste lof behaalden. Wat doet het er toe welke naam men aan de bloedzuiger geeft: de een noemt hem Hitler, de ander Gemeenschap. Het is altijd, in weerwil van het opschrift, dezelfde duivelse macht, welke maar één doel kent: het knechten en fnuiken van de enkeling, de vernietiging van de Eenzame Mens. Het enige wat men tot hun verontschuldiging kan aanvoeren is dat hun slachtoffers geen beter lot verdienen. Zij bleken weerloos te zijn als lammeren en zich, zonder enige tegenstand, iedere nieuwe levensbeperking te laten aanpraten. De gemeenschapszin, een der vele uitingen van het verachtelijke kuddeinstinct, heeft men door middel van nieuwerwetse reclametechnieken zo weten op te dringen, dat het onfatsoenlijk geworden is, wanneer men iedere aanvechting daartoe met afschuw in zich onderdrukt. Het hoogstbereikbaar ideaal, dat van de Stille Sterke Man Alléén, is door de belanghebbende pennelikkers tot een misdadige uiting verklaard. Daarvoor heeft men het nieuwe verheven doelwit in de plaats gesteld: het Onderworpen Kuddedier. Niemand zegt meer: hier sta ik, ik kan