Aan den verlaten vijver(1909)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] De Aalmoes. Klein kindje, dat een aalmoes lachend vroeg, Met lieven blik en vleierig gebaartje, Weet gij wat schat gij in uwe oogen droeg; Weet gij hoe, goud en speelsch, een zon-blond haartje Een rappe vreugde langs uw voorhoofd joeg? Klein kindje, waarom 't hoofd tot mij gebeurd, Waar véle u zagen met het brooze lachje Van wie een weemoeds-volle vreugde speurt, Gevangen in erinnring's zilvren ragje? Dacht gij: ‘Dat zal een dichter zijn die treurt?’ En dacht ge: ‘'n Droeve ziel is gevensgraag, En ras bekoord door blijheids ijlste tintje....’ - Wat waart gij schoon en heerlijk-wijs vandaag: Gij vòndt een eenzaam-droeve ziel, mijn kindje.... - 'k Geloof, dat ìk ù om een aalmoes vraag! - Vorige Volgende