Middelnederlandsche historieliederen
(1904)–C.C. van de Graft– Auteursrecht onbekend
[pagina 165]
| |
1527.
| |
[pagina 166]
| |
1527.
| |
[pagina 167]
| |
4[regelnummer]
Belongien hebbense in ghecregenGa naar voetnoot1
Ende Florencien dier ghelicke;
Die ander steden en hielden niet tegen,
Die knechten worden alle rijcke.
Die Paus heeft dat vernomen,
Die knechten hielden ghemeyn,Ga naar voetnoot6
Voor Romen sijn sij ghecomen
Met Borbon, een vroom capiteyn.
5[regelnummer]
Borbon met sijnen knechten,
Die hebben dat oorden ghestelt,Ga naar voetnoot2
Romen ghingen sij bevechten,
Tegen den Paus, met groet ghewelt.Ga naar voetnoot4
Men gincker houwen ende kerven,
Het duerde drie dage lanck,
Die veygen moesten sterven,Ga naar voetnoot7
De Paus nam sijnen ganck.Ga naar voetnoot8
6[regelnummer]
Die Swijtsers ghinghen strijken,Ga naar voetnoot1
Borbons macht was so groot,
Die Romeynen moesten wijken,
Die Paus op Engelenborch vloot.
Sy hebbent casteel belegenGa naar voetnoot5
Met machten al soo fier,Ga naar voetnoot6
Den Paus hebben sij ghecregen
Met so mennigen prisonier.
7[regelnummer]
Nu danct God van hier boven,
Nog meerder vruecht is ons gesciet:Ga naar voetnoot2
Een jonge prince van groeten loven,Ga naar voetnoot3
God wil hem behueden voor verdriet,
In Spangen is hij ons gheboeren.
| |
[pagina 168]
| |
Voor Gode moet hij sijn bequame,Ga naar voetnoot6
All hebbens die Fransoysen tooren,Ga naar voetnoot7
Coninck Philips is sijnen name.
8[regelnummer]
Ich segge in duysent jaeren
Machtiger Keyser was noyt gesien,
Nu sal hij te Romen gaen varen,
Van daer naer Turkien!Ga naar voetnoot4
Wij mogen wel vruecht bedriven:
Sijn vianden liggen onder de voet,Ga naar voetnoot6
‘Plus oultre’ mach hij wel scriven,Ga naar voetnoot7
Karolus, dat Keyserlick bloet.Ga naar voetnoot8
|
|