Op het kaf.
GElyk door de Werpschuppe, of Wan, het Kaf word afgezonderd van het Graan, in den Dorschvloer; Even zoo handeld onze Zaligmaaker in de Ziele zyner Uytverkoorene; welke zynen Dorschvloer is: alwaar hy door de werkinge zynes H. Geests, het Kaf onzer Herstogtelyke Begeertens uytzuyverd, en dezelve als met vuur verbrand, om alzoo het Graan van Liefde Gods te zuyveren, en bekwaam te maaken, om in zyne Schuure te moogen brengen; volgens de taale van Joannis de Dooper. Math.3.v.11. alhoewel nu by het Kaf, de Godloozen meede (veelmaalen) worden vergeleeken, Alzo zijn de Godloozen niet, maar als Kaf, dat de Wind heenen drijft. Psalm.1.v.4. die kwaad teegen my bedenken laatze worden als Kaf voor den Wind. Psalm35.v.5. hoe dikwils geschied het dat de Lampe der Godloozen uytgeblust word, ende haar verderf haar overkomt? dat God hen smerte uytdeeld in zijnen Toorn? datze gelijk stroo werden voor den wind, ende gelyk Kaf dat de wervelwind weg steeld. Job.21.v.17. zo ziet dog de Zuyveringe der Dorschvloer, daar Joannis (als booven) van spreekt, op het Zuyveren der Ziele der Geloovigen: dit geschied, wanneer het Bloed Christi onze Conçientie Reinigd van doode werken. Heb.9.v.14. en ons Reinigd van alle onze Zonden. 1Joan.1.v.7. waar toe Christus gebruykt, Lyden, en Verdrukkinge, om ons de ydelheid, der vergankelyke goederen, aan te wyzen; als ook het Kaf onzer eige-liefde te verteeren; 't geene zonder opschuddinge niet toe gaat, want alle kastydinge als die tegenwoordig is, schynd geen zaake van Vreugde &c. Heb.12.v.11. egter is het, die agter my wil komen, die verloochene hem zelven, en neeme zijn kruys op, en volge my. Math.16.v.24.
Ontroerde Ziel! hebt goede Moed,
Als Christus uyt u stuyven doed
Regeertens-Kaf; al vald het Zuur,
Hy vuld me zuyver Graan zyn schuur.