Op de honigbie.
DE Honigbeyen zyn, van oudsher, het afbeeldzel der Geleerde geweest, want gelykerwys de Byen zeer yverig uyt alle Gewassen, Kruyden en Bloemen, haaren Honig weeten te halen: en door haaren Angel, niet alleen de luye Hommels, maar ook alle die haar aandoen, steeken: So trekken de Geleerde ook haren Honig van Leeringe uyt de Goddelyke en Wereldlyke Blaaderen. Volgens het spreekwoord
Zuygd over al den besten zin
Gelyk de Bye; niet als de Spin.
Voor al geeft de Bloeme van Gods woord de grootste Zoetigheid, Dies Israël haar verblijden moest onder het Lee[z]en der Wet. Nehem.8. want de Regten des Heeren zyn waarheid, te zamen zynze Regtveerdig. Zy zijn begeerlyker dan Goud. Ja! dan veel fijn G[o]ud; ende zoeter dan Honig en de Honigzeem. Psalm.19.v.10. Hoe zoet zyn uwe Reedenen myn geheemelte geweest! meer dan Honig mynen Monde Psalm.119.v.103. hier uyt maaken de Geleerde dien Honigraat der vertroostinge, tot verkwikkinge der Ziele: Inmiddels zy ook de luye Hommels der wellusten bestraffen, en de teegenspreekende Lasteraars, die (als Momus den bedil-al) haar aandoen, met haar Penne en T[o]nge treffen; dan antwoorden zy den Zot naar zijn Dwaasheid op dat hy in zyne Oogen niet Wys zy. Prov.26.v.5. dog tot de geenen die het verstand zoeken, als Zilver, en de wysheid na spooren als een verborgen schat. Prov.2.v.4. zegt Salomon Eetet Honig, mijn Zoone, want hy is goed, ende Honigzeem is zoet voor uw geheemelte. Zoodanig is de kennisse der wysheid voor uwe Ziele: als gyze vind zoo zald'er belooninge weezen: ende uwe verwagtinge zal niet afgesneeden worden. Prov.24.v.13.
Wat Nut, de Lust en Yver doet,
Getuygd dat Lieflyk Letter-zoet:
Gelukkig! die om 't Honigraat
Der Wysheid 's Weer[e]lds Vreugd versmaad.