Op den eenhoorn.
VAn den Eenhoorn word in Gods woord veel gemeld, inzonderheid om Kragt en Sterkte te verbeelden, als te zien by Job. Zal den Eenhoorn u willen dienen: Zal hy vernagten aan uwe Kribbe? Zult gy den Eenhoorn met zyn touw aan de vooren binden? Zal hy de Leegten u Eggen? Zult gy op hem vertrouwen om dat zyn kragt groot is[?] ende zult gy uwen Arbeyd op hem laten? Zult gy hem gelooven dat hy uw Zaad zal weeder brengen, en, de vergaderen tot uwen dorschvloer. Job.39.v.12. als ook in de Zeegeninge van Mozes wegens de stamme Jozephs, zyne Hoornen zijn Hoornen des Eenhoorns, met de zelve zal hy de volken te zamen stooten, tot aan de eynde des Lands. Deut.33.v.17. Wat Dier nu den Eenhoorn eygentlijk geweest is, houd men voor onbekend (schoon men dezelve aldus afbeeld) want de Hoornen die men daar nu voor uyt geeft, bevonden worden van Vissen te zyn: of nu de Schriftuur door den Eenhoorn den Reinocerus of Neushoorn verstaat, of een ander Dier, als toen bekend, zullen wy daar laten; immers dit is zeeker dat de Kragt, en wel meest Gods Kragt daar door beteekend word, als te zien is by Num:23.v.22. en 24.v.8. dies ook David in vertrouwen tot God zegd, vreeselijke dingen zult gy ons in Geregtigheid antwoorden, O God onzes heils, O vertrouwen aller Eynde der Aarde ende der verre afgeleegene aan de Zee, die de Bergen vast zet door zijne Kragt: Omgord zijnde met Magt Psalm.65.v.6. Gy zult mijnen Hoorn verhogen als eenes Eenhoorns Psalm.92.v.11. die God neeme ons in zyn Heilige Hoede! en vervulle, in ons, alle het welbehagen zijner Goedigheid, en het werk des Geloofs met Kragt. 2.Thess.1.v.11.
Hoe groot Gods Kragt is, in 't verslaan
Van die zyn Wille weederstaan,
Dat heeft Egiptenland beschreyd,
Toen god zyn Volk heeft uytgeleyd.