| |
| |
| |
Opdragt
Aan de Ed: Agtbaare Heeren,
de Heer
JAN WALLERAN SANDRA SCHEEPEN en RAAD, &c. Der Stad Middelburg;
En de Heer
HENDRIK vanDUSSELDORP MVNT-MEESTER, der Graaflykheid Zeeland.
Hooggeagte Heeren
Myn waarde Neeven.
Het kostelyk kleinood de Vriendschap (als den Band der Menschelyke Zamenleevinge) werd uyt de overeenkomst, der voorneemens tot | |
| |
verkryginge van een voorgesteld einde, gebooren. Nademaal nu de verscheidenheid der Menschelyke onderneeminge veelderlei uyteindens heeft, zoo verschild ook den band der Vriendschap in haar waarde en vastigheid, na maate dat het voorwerp, het geene de Zamenstemmers beoogen, waardiger, en bestendiger is.
Die hunnen toeleg maaken om het Vleesch te bezorgen tot begeerlykheid, en in de wellusten en brasseryen hun vergenoegen zoeken, moogen door tafelbanden den Vriendschap wel schynen verbonden te hebben; maar de stribbelige ontmoetinge, die de kriele Lusten, en de toomelooze Hertstogten, voortbrengen (als gevolgen van den overdaad en verhittinge des wyns) toonen ligtelyk aan de ydelheid van het verband.
Die de vriendschap vestigen op inzigt van gewin, mogen onderling wel zaamen stemmen zoo lang hunne beurzen swellen, maar | |
| |
by gebrek van dien gooid de Eigenbaat dezelve haast in de war.
De Vriendschap uyt verwandschap spruytende behoorde wel als natuurlyk te zyn, maar de verdorvendheid der Zeeden doet dezelve heedendaags meer gedwongen en met inzigten, als openhertig, behandelen.
De Lust, en Pooginge, tot weetenschappen, zoude wel schynen de opregte vriendschap te moeten opleeveren; alzoo dezelve buyten belang bestaat, en een volheid bezit daar de veelheid der betragters malkanderen niet benaadeelen, maar in teegendeel bevorderen kan, nogtans is dezelve naauwlyks hier in volkoomen te vinden, alzoo de eige-liefde (waanwysheid voedende) de afgunst opstookt, om zyn eigen ligt niet betimmerd te zien, waar door men de Eere aan andre benyd, en de vordering zynes naasten met wangunst aanziet.
Kortom alle weereldze Vriendschappen | |
| |
zyn tydelyk, veranderlyk, en broos: nadien dezelve meest ingewikkeld zyn met eige belang, en meeste-part doelende om de begeerlykheeden des Vleesch te voldoen; uyt welker hoofde Gods woord zegd, De Vriendschap deezer Wereld is Vyandschap Gods. Jac.4.v.4.
Maar de waare en opregt vriendschap bestaat in onderlinge gemeenschap, om, door betragtinge van waarheid en deugd, naar het hoogste Goed, namelyk God uyt te zien; en in de Goddelyke Liefde te wortelen en grondvesten; hier in is geen eigen belang op geslooten, de Nyd speeld hier geen Rolle in; de baatzugt dwarsboomd dezelve niet: want de Liefde is Langmoedig, zy is goedertieren: de Liefde is niet afgunstig: de Liefde handeld niet ligtveerdiglyk, zy is niet opgeblaazen, zy handeld niet ongeschiktelyk, zy zoekt haar zelven niet. &c. 1Cor:13. het is deze hoofd-deught: deeze Godde | |
| |
lyke Liefde, die de waare en bestandige vriendschap uytleeverd: alzo dezelve is den band der volmaaktheid. Col.3.v.14.
Nademaal nu, myn zeer waarde Heeren en Neeven, onze onderlinge vriendschap niet is gegrondvest op eenige der eerst gemelde zoorte, die met belang, of inzigte op gewin, verzeld zyn, maar door vermaagschappinge spruyt; en waar in (na den gemeenen Loop) nu ligt verval zoude konnen koomen, door het afsterven van myn waarde Ega zalr; zoo neeme deeze geleegendheid waar, om erkentenis van waare vriendschap te onderhouden U Ed: deeze Leerzame Zinnebeeldjes op te draagen; waar in myn toeleg is geweest, alleenlyk myn kinderen te onderwyzen ter Godzaligheid en Deugd; dog onder de hand aangegroeid zynde, op aanradinge van Vrienden, nu in het Ligt koomen.
Ik wil hoopen U Ed: Agtbaarheeden geen verontwaardiging geschieden zal, dat ik dit | |
| |
geringe werkje met U Ed: naame doe pronken; gemerkt, of ik schoon in de behandelinge te swak valle, na de waarde van de stoffe, egter, myn toeleg strekt om de ondeugden aan te wyzen, neevens de ydelheeden dezes teegenwoordigen Leevens: op dat men Leere Godzaliglyk wandelen, en de Geregtigheid na jagen; waar door, beneevens het eeuwig heil voor de betragters, ook het nut en welstand van het gemeene-best bevorderd word; tot welke ook U Ed: hoogwaardige Ampten opzigt hebben: zoo om het heilig Regt te bewaaren, als om de Zeenuwe van Staat en Oorlog te bezorgen.
Neem dan, Ed: Agtbaare Heeren, ten beste myne vrymoedigheid; en wanneer U Ed: een uurtje ter uytspanninge van gedagten (buyten U Ed: hoogwigtige beezigheeden) overig hebt, zal my Eere geschieden, als U Ed: met genoegen enige verlustiging hier door mag toekomen: maar booven al zal myn ge | |
| |
noegen met blijdschap vervuld worden, by aldien deeze kleine bedenkinge U Ed: geleegendheid moogen geeven om hooger betragtinge te oeffenen, zonder weerzin te neemen teegens de geringheid, en styl, van behandeling; agtervolgens de opregte en geestelijke vriendschap; in dewelke ik hoope dat ook mijne ongeletterdheid U Ed: zoo veel aangenaamheid mag toebrengen, als wel meenig doorwrogt schrift van geleerde Herssenen.
Waar meede, God biddende dat hy ons alle versterke, door de werkinge zynes Heiligen Geests, op dat wy de waarheid betragtende in Liefde, allezints moogen opwassen in hem die het Hoofd is, namelyk Christus: uyt welken het geheele Lichaam bekwamelyk t'zamen gevoegd, ende t'zamen vast gemaakt zynde, door alle voegzelen der toebrenginge, na de werkinge van een ygelyk deel in zyne maate, den wasdom des Lic
| |
| |
haams bekomt, tot zyns zelfs opbouwinge in de Liefde, Ephe.4.v.15. Verblyf Ed: Agtbaare Heeren, myn zeer waarde Neeven, U Eds: Volvaardigen Dienaar en Neef H. Graauwhart.
|
|