Erato
(1646)–Leonardus Gouwerak– Auteursrechtvrijomhelst van verscheyde minne-deuntjes, sangh-rijmpjes ende nieu-quelige veersjens
[pagina 234]
| |
Toon: Nu treurt mijn bedroefde.Bedroeft in leet moet ick nu treuren,
Ach moest ghy oock de vrede Doodt,
Soo vinnigh ons gangen nae speuren,
Dat gy mijn van mijn vreucht ontbloot,
Ach al te wreede,
En onverwachte slach,
Dien ghy doen dede,
O droevigen dagh,
Die ick beklagen mach.
2. Al te woede nodelots vlagen,
Die mijn de Fortuna nu biet,
Die mijn onversiens komen plagen,
| |
[pagina 235]
| |
Op gehoopt met spoorloos verdriet,
Hoe sa lick dragen,
Dese grote straf,
Ick leg geslagen,
En sinck nae het graf,
By die mijn eerst troost gaf.
3. Oock het is alte haestigh scheyden,
Voor twee die in liefd’ sijn gevoet,
Als de doot komt kanmen niet beyden,
Het schijnt datmen met haer mee moet,
Of het bereyden,
Niet volkomen was,
Men moet al scheyden,
Dickmael veel te ras,
Als’t doot komt te pas.
4. Gelijck als ick nu heb bevonden,
| |
[pagina 236]
| |
Hemel wat was ick wel gepaert,
Nu ben ick door de Doodt ontbonden,
Geen groter ongeluck op Aert:
Most de Doodt scheyden,
Een vol vernoecht paer,
Die met haer beyden,
Wel leefde te gaer,
Het ent is al te swaer.
5. Wy waren altijt eens van sinnen,
Steets onverscheyden in de wil,
Men sach geen van bey wat beginnen,
Dat de ander niet wel geviel,
De liefde groeyde,
In vollen fleur voort,
Daer sy in bloeyde,
Nu leytse gesmoort,
| |
[pagina 237]
| |
En door de Doodt verstoort.
6. Treurt met mijn bedroefde lammeren,
Om de geen die u heeft geteelt,
Hoe saltg verdriet u noch jammeren,
Sy wast die u smart heeft geheelt,
Waer sult ghy dwalen,
Ghy sult soo een Vrou,
Noyt weer gaen halen.
Die u soo getrou,
Van als de onder hou.7. Ach! waer toe dit onnodigh klagen,
Mijn Schaepjens proeven geen verdriet,
Haer swackheyt kan die last niet dragen,
Sy weten van haer mis-val niet,
Ick moet nu sorgen,
Voor haer ongeluck,
| |
[pagina 238]
| |
Daer is verborgen,
Dit bedroefde stuck,
Van haer en mijnen druck.
|
|