Sonnetten(1934)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 54] [p. 54] LIV. Zij heeft een oneindig schoon Lichaam, Zoo schoon, dat ach, zij is nog zonder naam En zoo oneindig diep en rein een Hart, Dat wie er inziet, niets ziet dan één zwart. En een Geest van een oneindige klaarheid, Omdat zij deelt in, ja is, de oneindige waarheid, En een Ziel die heeft de klaar zuivre Liefde Omdat zij is de oneindige Liefde. [pagina 55] [p. 55] 30 Juni - 13 September 1927. Vorige