Sonnetten(1934)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] LIII. En zoo, omdat de Menschheid is een Eenheid, En haar belang één gouden Algemeenheid, En omdat zij geheel het gouden vuur Beheerscht van de rood vlammende Natuur, En omdat haar Geest als één stralend kristal Verlicht geheel het oneindig Heelal Daarom is Haar Ziel niets dan ééne Liefde Voor de Menschheid en voor 't Heelal één Liefde. Ja, ééne Liefde is haar heele Ziel, En nooit één haat daarin naar binnen viel, Zij is één Liefde voor het Menschgeslacht, Zij is één Liefde voor het groot Heelal, Zij is één Liefde voor zich zelve zacht, Wie zag ooit zulk een helderklaar Kristal? Vorige Volgende