Sonnetten(1934)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] XXIX. De Ziel is 't wonder menschenwezen zelf, Zooals 't apart van ieder ding bestaat, Voor hem die 't wezen der Natuur diep delv'. Want dit is 't wonder van den wonderstaat, Die is 't Heelal in des Heelals gewelf, Dat elk ding door alle andere bestaat, En tegelijk ook op zich zelve staat. En zoo is 't met den mensch zijn ziel, die elf. Liefde is het wezen van de menscheziel, Liefde voor zich, de vrouw, en de gemeenschap, Zoover er niets vreemds in naar binnen viel, Zoover de ziel alleen is en niets meer. Dat is dat licht, dat om de menschen teer Flakkert en brandt, in en om hun alleenschap. Vorige Volgende