Sonnetten(1934)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] XXIII. Mijn Vrouw is als een open klaar kristal, Waarin alle vormen van lichten droomen, Waaruit alle schoone lichtkindren komen, Al naar het licht dat er in komt te vall'. Zij lijkt hierin het oneindig Heelal, Dat stil en onbewust en als in schromen Daar ligt, totdat de Geest er innekome, En eruit schept schoonheden zonder tal. Zij ligt, totdat 'k mijn liefde in haar slinger, In stille klare kristalvaste rust, Alleen door 't licht in haar klaarheid gekust. Dan treden uit haar, en zij wordt bewust, Ontwakende in hooge blijde lust, De schoone zangen van mij, haren zinger. Vorige Volgende