De school der poëzie(1897)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] [Dit zijn de bleeke, bleeklichte weken,] Dit zijn de bleeke, bleeklichte weken, 'k zie de menschen gaan, ze steken hun schamele hoofden in 't stil daglicht, elk heeft een ander gezicht. 'k Hoor hoe ze tegen elkander spreken woorden die bleken en vèr weken, dan zijn ze weer alle wèg, en 't is eenzaam als een weg. Mijn hoofd is leeg en mijn mond is droog, mijn oogen branden omhoog, 't is koud en stoffig en wit al dat licht, waarin ik zit. Mijn hoofd heb ik in mijn handen, elkaar voelen warm de wanden van 't vleesch, mijn beenen zijn moe van 't leven dat ik toch doe. Vorige Volgende