De school der poëzie(1897)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] [Gij staat zoo heel, heel stil] Gij staat zoo heel, heel stil met uwe handen, ik wil u zeggen een zoo lief wat, maar 'k weet niet wat. Uw schoudertjes zijn zoo mooi, om u is lichtgedooi, warm, warm, warm - stil omhangen van warmte, ik doe verlangen. Uw oogen zijn zoo blauw als klaar water - ik wou dat ik eens even u kon zijn, maar 't kan niet, ik blijf van mijn. En ik weet niet wat 't is wat ik u zeggen wil - 't was toch wat. Vorige Volgende