De school der poëzie(1897)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] [Wij zilvren wezens, nevellichten, gewassen] Wij zilvren wezens, nevellichten, gewassen neven elkaar, onzeker, wilden het licht: In misten van donker, onze groote vragen vreemdelinge in scheemre mist om licht - Teeder beginnen en glimlachend blinken, lichtkens verrijzen, weigren te versterven, zekerlijk lachen en lichtblijde blinken, wenken en vlieden, vliedend omziend, wimprend, wilgen van licht, linten van licht, wit zilvren wateren licht, fleemlicht, zichten rillicht, scheden en bajonnetten licht, - lichtarmee. Ons vleesch bloeiend van licht, licht slempend, onz' harten zwellend van licht, licht brekend, oogen licht donzend, kristallen lichtkronen. Vorige Volgende