| |
V.
Slot.
Er rest mij nog iets te zeggen over uw laatste hoofdstuk: ‘Gevolgtrekkingen’, het voornaamste wellicht van uw geheele boek. Ik heb het met de grootste vreugde gelezen, zoolang ik dacht aan de Russische revolutie. Maar steeds weer moest ik bedenken: de taktiek die voor Rusland zoo schitterend is, is hier slecht. Zij leidt tot den ondergang.
Gij zegt hier, partijgenoot, (blz. 68-74), dat in een gegeven stadium van ontwikkeling de massaas moeten worden aangetrokken, de millioenen en nog eens millioenen. Dan kan men niet langer volstaan met de propaganda voor het ‘zuivere’ communisme, die de voorhoede heeft verzameld en opgevoed. Dan gaat het er om.. .. .. en dan volgen weer uwe opportunistische methoden, die ik reeds weerlegd heb: het benutten van de ‘scheuren’, van kleinburgerlijke elementen, enz.
Partijgenoot, dit geheele hoofdstuk is fout. Gij oordeelt als Rus, niet als internationaal communist, die het werkelijke, het West-Europeesche kapitalisme kent.
Bijna ieder woord van dit hoofdstuk, dat voor de kennis van uw revolutie zoo schitterend is, is onjuist voor het groot-industrieele kapitalisme, het kapitalisme der trusts en monopolies.
Ik zal u dit nu aantoonen. Eerst in kleine dingen.
Gij schrijft over het communisme in West-Europa: ‘De voorhoede van het West-europeesche proletariaat is gewonnen.’ (blz. 70). Dat is niet juist, partijgenoot. ‘De tijd der propaganda is voorbij’ (blz. 69). Dat is onwaar. ‘De proletarische voorhoede is ideëel veroverd’ Dat is niet zoo. Dat staat op één lijn met wat ik onlangs van Boecharin las, (en het komt uit denzelfden geestestoestand voort): ‘Het engelsche kapitalisme is bankroet’. Ook van Radeklas ik dergelijke fantastische uitingen, die meer van astrologie dan van astronomie hadden. Niets van dat alles is waar. Er is nog nergens een voorhoede, behalve in Duitschland. Niet in Engeland, noch in Frankrijk, noch België, of Holland, en ook niet, zoo ik goed ben ingelicht, in de Scandinavische landen. Er zijn alleen maar eenige éclaireurs, die het onder elkaar nog niet eens zijn over den te volgen weg. Een vreeselijke onwaarheid is: ‘de tijd van propaganda is voorbij.’
Neen, partijgenoot, deze tijd breekt voor West-Europa eerst aan. Nergens bestaat nog een vaste kern.
| |
| |
Wat wij hier noodig hebben, is juist een kern, zoo vast als staal, zoo klaar als kristal. En daarmee moet begonnen worden, om daarmee een groote organisatie op te bouwen. Wat dit betreft zijn wij hier in het stadium waarin gij waart in 1903, of vroeger nog, in den tijd der Iskra. De omstandigheden, de toestanden zijn hier veel verder dan wij zelven, maar daarom moeten wij onszelven toch niet laten meesleepen om zonder kern te beginnen.
Wij hier in West-Europa, de communistische partijen in Engeland, Frankrijk, België, Holland, Skandinavië, Italië, zelfs de K.A.P.D. in Duitschland, moeten voorloopig nog klein blijven, niet omdat wij dat zoo graag willen, maar omdat wij anders niet krachtig kunnen worden.
Een voorbeeld: België. Behalve in Hongarije vóór de revolutie, is er geen proletariaat, dat zoo door het reformisme bedorven is als het Belgische. Wanneer het communisme daar tot een massa-beweging werd, (met parlementarisme enz.) dan zouden onmiddellijk de aasgieren, de streber enz., het geheele opportunisme, zich daarop werpen en het in het verderf sleuren. En zoo is het overal.
Daarom, omdat de arbeidersbeweging hier heel zwak is, en nog bijna geheel in het opportunisme verward, door het opportunisme bevangen, en omdat het communisme haast nog niets is, daarom moeten wij een kleine kern vormen, en strijden (op de punten van het parlementarisme en de vakvereenigingen, en op alle andere), om de grootst mogelijke helderheid en klaarheid te bereiken, tot het uiterste theoretisch zuiver.
Een secte dus, zegt het Executieve-Comité. Zeer zeker, een secte, zoo gij dezen naam wilt geven aan de kern eener beweging die de wereld verovert!
Partijgenoot, uwe beweging van de Bolschewiki is ook eens klein geweest en nietig. En doordat zij klein was, en bleef, en langen tijd blijven wilde, heeft zij zich zuiver gehouden. En daardoor, daardoor alleen is zij machtig geworden. Zoo willen ook wij het doen.
Dit is een kwestie van buitengewoon groot gewicht. Niet alleen de West-Europeesche, maar ook de Russische revolutie hangt er vanaf. Wees voorzichtig, partijgenoot! Gij weet dat Napoleon, toen hij het moderne kapitalisme over Europa wilde uitbreiden, ten slotte te gronde ging, en plaats maakte voor de reactie, toen hij daar was aangekomen, waar niet alleen te veel middeleeuwen, maar vooral nog te weinig kapitalisme was.
Deze kleinere beweringen die gij te berde brengt, zijn dus onwaar. Ik ga nu over tot de grootere, tot de voornaamste van allen,: dat nu de tijd gekomen is om zonder propaganda voor het ‘zuivere’ communisme de millioenen aan te trekken door de door u beschreven opportunistische politiek. Zelfs al hadt gij gelijk in de kleine dingen, partijgenoot, al waren de communistische partijen hier werkelijk reeds krachtig genoeg, dan was dit nog van A tot Z fout.
| |
| |
De zuivere propaganda voor het nieuwe communisme blijft hier in West-Europa, gelijk ik reeds vaak gezegd heb, van het begin tot het einde der revolutie noodig. Want het zijn de arbeiders, en de arbeiders alleen, die het communisme brengen moeten. Van de andere klassen hebben zij tot aan het einde der revolutie geen steun (van eenige beteekenis) te wachten.
Gij zegt (blz. 72): ‘De tijd der revolutie is aangebroken, wanneer wij de voorhoede hebben, en wanneer 1. alle ons vijandige klassen genoegzaam in verwarring geraakt zijn, genoegzaam onderling getwist hebben, genoeg verzwakt zijn door den strijd, die hunne krachten te boven gaat; 2. alle wijfelende, onzekere tusschenelementen, dat wil zeggen de kleine burgers, de kleinburgerlijke democratie, voor het volk genoegzaam ontmaskerd zijn en zich door hun bankroet genoegzaam blootgegeven hebben’.
Welaan partijgenoot, dat is Russisch. In het verrotte Russische staatslichaam waren dat de voorwaarden voor de revolutie.
Maar in de moderne, werkelijk groot-kapitalistische staten zullen de voorwaarden geheel andere zijn. De grootburgerlijke partijen zullen zich tegenover het communisme aaneensluiten, niet in verwarring geraken, en de kleinburgerlijke democratie zal zich bij haar voegen.
Natuurlijk niet absoluut, maar toch in die mate, dat het onze taktiek moet bepalen.
In West-Europa staat ons een revolutie te wachten, die van beide zijden een vast besloten strijd zal zijn, met een krachtige organisatie van den kant der burgers en kleine burgers.
Een strijd, die wij dus met de beste wapens, de beste vormen van organisatie, de beste, sterkste strijdmiddelen moeten organiseeren.
Hier, niet in Rusland, zal de werkelijke strijd tusschen kapitaal en arbeid plaats vinden. Omdat hier het werkelijke kapitaal is.
Wanneer gij denkt, dat ik (uit zucht naar theoretische zuiverheid) overdrijf, zie dan slechts naar Duitschland. Er is daar een totaal bankroet, bijna hopeloos kapitalisme. Maar alle klassen, groot- en kleinburgers, groote en kleine boeren, blijven, door de macht van het bankkapitaal, vast aaneengesloten tegen het communisme. Zoo zal het bij ons overal zijn.
Het is waar, dat heelemaal aan het einde der ontwikkeling, der revolutie, wanneer de vreeselijkste crisis aangebroken is, wanneer wij heel dicht bij de overwinning zijn, dat dan de eenheid der burgerlijke klassen misschien zal verdwijnen, en dat eenige elementen der kleine burgers en boeren bij ons zullen komen. Maar wat helpt dat? Wij moeten onze taktiek bepalen voor het begin en voor den loop der revolutie.
Gij zegt in dit boek en in vele van Uw geschriften, dat de revolutie
| |
| |
in West-Europa niet uitbreken kan en moet, voordat die kleinburgerlijke democratische partijen fiasko hebben gemaakt. Ook in dit zoo bij uitstek gewichtige vraagstuk (dat gij zelf terecht vaak een der gewichtigste noemt) bewijst gij weder dat gij, vergeef mij, van de West-Europeesche revolutie zoo goed als niets begrijpt. Want niet alleen zullen deze demokratische groepen zich bij het groote kapitaal houden, maar hun geweldige aantal (bijna 20 millioen) zal de arbeiders dwingen om vóór de wijfeling(!) der ‘demokraten’ de omwenteling te beginnen. Wanneer 7 millioen arbeiders-proletariërs op een bevolking van 180 millioen lijden zooals de Russische in 1917, dan moeten zij wachten tot de boeren bereid staan. Maar 20 millioen arbeiders, Duitsche proletariers (van wie 13 millioen industrieele) wachten daarop niet. En terecht.
Omdat dit alles zoo is, en zoo zijn moet, (door de klasse-verhoudingen en vooral door de productieverhoudingen) daarom staat het proletariaat alleen.
Omdat het alleen staat kan het alleen zegevieren, wanneer het geestelijk geweldig aan kracht toegenomen is.
En omdat het zoo alleen zegevieren kan, is de propaganda van het ‘zuivere’ communisme hier (geheel anders dan in Rusland) tot het einde toe noodig.
Zonder deze propaganda gaat het West-Europeesche, en daardoor ook het Russische proletariaat, te gronde.
Wie dus hier, in West Europa, gelijk gij dat doet, de compromissen met de burgerlijke en kleinburgerlijke elementen, kortom, het opportunisme wil, - die laat zich leiden door een waan inplaats van door een realiteit, die misleidt het proletariaat, die (ik gebruik hetzelfde woord dat gij tegenover het Amsterdamsche Bureau hebt gebruikt), die verraadt het proletariaat. Het Russische en het Wereld-proletariaat.
En datzelfde geldt voor de Executieve in Moskou.
Terwijl ik de laatste regels schreef, kwam het bericht, dat de Internationale uw taktiek en die der Executieve heeft aangenomen. De West-Europeesche afgevaardigden hebben zich door den glans der Russische revolutie laten verblinden. Welaan, wij zullen dus den strijd in de IIIde Internationale opnemen.
Wij, partijgenoot, dat wil zeggen uwe oude vrienden Pannekoek, Roland Holst, Rutgers en ik, hebben ons, toen wij uwe West-Europeesche taktiek leerden kennen, afgevraagd, wat daarvan de reden kon zijn. De meeningen verschilden. De een zeide: de economische toestand van Rusland is zoo slecht, dat het vóór alles vrede noodig heeft. Daarom wil Lenin een zoo groot mogelijke macht om zich verzamelen: Onafhankelijken, Labour Party, enz., die hem helpen om vrede te krijgen.
De ander zeide: hij wil de algemeene revolutie in Europa verhaasten. Daaraan moeten millioenen meedoen. Daarom dit opportunisme.
| |
| |
Ik voor mij geloof, zooals ik reeds zeide, dat gij de Europeesche verhoudingen verkeerd ziet.
Maar hoe dit ook zij, uit welke beweegredenen gij ook handelt, gij zult de vreeselijkste nederlaag lijden, en het proletariaat tot de vreeselijkste nederlaag voeren, zoo gij bij deze taktiek volhardt.
Want wanneer gij Rusland, de Russische revolutie, wilt redden, verzamelt gij met deze taktiek de niet communistische elementen. Deze vereenigt gij met ons, de werkelijke communisten, terwijl wij nog niet eens een vaste kern hebben! Met dit mengelmoes van doode vakvereenigingen, met een massa van halve, vierde, achtste en heelemaal-nietcommunisten, waarin een goede kern ontbreekt, wilt gij strijden tegen het hoogst georganiseerde kapitaal der wereld, waarmee alle nietproletarische klassen verbonden zijn. Het spreekt van zelf, dat dan in den slag het mengelmoes uiteenvalt en de grootemassa op de vlucht slaat.
Een verpletterende nederlaag, partijgenoot, van het Duitsche proletariaat bijv., zal het teeken zijn voor een algemeenen aanval op Rusland.
Wanneer gij hier de revolutie maken wilt, met dit mengsel van Labour Party en Onafhankelijken, Fransch centrum en Italiaansche partij, met deze vakvereenigingen etc. etc., dan zal het precies zoo gaan.
De regeeringen zullen voor zulk een opportunistischen hoop in het geheel niet bang zijn.
Wanneer gij echter innerlijk vaste, radicale groepen, vaste (zij het ook kleine) partijen vormt, dan zullen, daar deze alleen de massaas in de revolutie tot groote daden meesleepen - zooals de Spartacusbond in het begin toonde - de regeeringen deze partijen vreezen, zij zullen Rusland vrij moeten laten, en eindelijk zal, als de partijen op deze ‘zuivere’ wijze gegroeid zijn, de overwinning komen. Deze ‘linksche’ taktiek van ons is dus niet slechts voor ons maar ook voor Rusland de beste, neen, de eenige, die redden kan.
Uwe taktiek echter is Russisch. Zij was uitstekend in een land waar een millioenenleger van arme boeren klaar stond, en een verloopen middenstand voortdurend wijfelde. Hier deugt zij niet.
Hier moet ik nu eindelijk uwe bewering en die van vele uwer medestrijders weerleggen, waarover ik reeds in het derde hoofdstuk sprak: dat namelijk de revolutie in West-Europa eerst kan beginnen, nadat de lagere, de demokratische klassen van het kapitalisme voldoende in verwarring gebracht, geneutraliseerd of gewonnen zijn.
Ook deze bewering in deze voor de revolutie allerbelangrijkste kwestie bewijst, dat gij alles slechts van Oost-Europeesch standpunt ziet. En zij is onjuist.
Want het proletariaat is in Duitschland en Engeland zoo talrijk, zoo machtig door zijn organisatie, dat het de revolutie, baar begin en haar
| |
| |
voortgang, ook zonder en tegen deze klassen kan maken. Ja, maken moet, wanneer het zoo lijdt als in Duitschland.
En het kan dit, als het slechts de juiste taktiek volgt. Als het slechts zijn organisatie op de bedrijven grondvest, en als het maar het parlementarisme verwerpt. Als het slechts de arbeiders op deze wijze sterk maakt.
Wij Linkerzijde kiezen onze taktiek niet slechts om alle redenen die ik hier heb aangetoond, maar vooral ook omdat het West-Europeesche, en vooral het Engelsche en Duitsche proletariaat alleen, op zichzelf staand, wanneer het eenmaal tot bewustheid en tot eenheid komt, zoo geweldig sterk is, dat het op deze eenvoudige wijze kan zegevieren. Het Russische proletariaat moest, omdat het alléén te zwak was, langs omwegen gaan, en het heeft dit gedaan op een schitterende wijze, die alles overtreft wat het wereldproletariaat ooit gedaan heeft. Maar het West-Europeesche proletariaat kan zegevieren op rechte, klare wijze.
Daarmee is deze bewering van u en uwe medestanders weerlegd. -
Nog één argument moet ik weerleggen, dat ik vaak las bij de rechtsche communisten, dat ik hoorde van den russischen vakvereenigingsleider Losofski, en dat ook bij u voorkomt: ‘De crisis zal de massa tot het communisme drijven.’ Dit is een zeer zwak argument. Want wij weten absoluut niet hoe groot de komende crisis zijn zal. Zal zij in Engeland en Frankrijk even diep zijn als nu in Duitschland? Ten tweede heeft dit argument (het mechanische argument der IIde Internationale) in de laatste zes jaren zijn zwakheid bewezen. De nood in Duitschland was vreeselijk in de laatste oorlogsjaren. De revolutie kwam niet. De nood was ontzettend in 1918 en 1919. De revolutie zegevierde niet. Vreeselijk was en is de crisis in Hongarije, Oostenrijk, de Balkanlanden, Polen. De revolutie kwam niet, of zegevierde niet, zelfs niet toen de Russische legers tot vlakbij genaderd waren. Maar ten derde keert het argument zich tegen u zelven, want, wanneer de crisis toch tot de revolutie zou voeren, dan kon men de betere, ‘Linksche’ taktiek ook wel aannemen.
De voorbeelden van Duitschland, Hongarije, Beieren, Oostenrijk, Polen, de Balkanlanden echter bewijzen dat crisis en nood niet genoeg zijn. Er moet nog een andere oorzaak bijkomen, die de revolutie tot stand brengt, en die, wanneer zij niet werkt, de revolutie doet uitblijven, of mislukken. Deze oorzaak is de geest der klasse. En het is uwe taktiek, partijgenoot, die den geest der klasse in West Europa niet voldoende tot leven brengt, niet sterk genoeg maakt. In het begin van dit schrijven heb ik aangetoond, dat het bankkapitaal, de trust, het monopolie, de door hen gevormde en van hen afhankelijke West-Europeesche en Noord-Amerikaansche staat, alle burgerlijke klassen tot één geheel tegen de
| |
| |
revolutie vereenigt. Maar deze kracht, die de maatschappij en den staat tegen de revolutie vereenigt, gaat nog verder. Het bankkapitaal heeft de arbeidersklasse zelf in het afgeloopen tijdvak, de periode van evolutie, tegen de revolutie opgeleid, vereenigd en georganiseerd. En hoe? In de vakvereenigingen, (syndicalistische en moderne), en in de sociaal democratische arbeiderspartijen. Doordat het kapitaal hen dwong alleen maar voor verbeteringen te strijden, heeft het de vakvereenigingen en de arbeiderspartijen gemaakt tot contra-revolutionaire machten, die staat en maatschappij in stand houden. Vakvereenigingen en arbeiderspartijen werden door het grootkapitaal tot steunpilaren van het kapitaal. Daar deze echter bestaan uit arbeiders, (uit hun overgroote meerderheid,) en de revolutie niet zonder de arbeiders gemaakt kan worden, moeten deze organisaties eerst vernietigd worden, zal de revolutie kunnen slagen. En hoe kunnen zij vernietigd worden? Doordat hun geest veranderd wordt. En hun geest kan alleen veranderd worden, doordat men den geest der leden zoo actief, zoo onafhankelijk mogelijk maakt. En dit kan alleen daardoor gebeuren, dat men de vakvereenigingen vervangt door bedrijfsorganisaties en arbeiders-Unionen, en in de arbeiderspartijen niet langer het parlementarisme gebruikt. Maar dat verhindert uwe taktiek.
Zeker, het Duitsche, het Fransche, het Italiaansche kapitalisme is bankroet. Of juister gezegd: deze kapitalistische staten zijn bankroet. De kapitalisten zelf, hun ekonomische en politieke organisaties, houden zich op de been, en hun winsten, dividenden en nieuwe kapitaalbeleggingen zijn zelfs enorm. Maar alleen door vermeerdering van de papiercirculatie door den staat. Valt de Duitsche, Fransche, Italiaansche staat, dan vallen ook de kapitalisten.
Met ijzeren noodzakelijkheid nadert de crisis. Stijgen de prijzen, dan komen ook de stakingsgolven hooger; dalen zij, dan neemt het leger der werkeloozen toe. De nood neemt toe in Europa en de honger komt. Ook is de wereld vol nieuwe brandstof. De strijd, de nieuwe revolutie nadert. Maar hoe zal zij afloopen? Het kapitalisme is nog machtig; Duitschland, Italie, Frankrijk, Oost-Europa zijn nog niet de geheele wereld. En het kapitalisme zal in West-Europa, in Noord-Amerika, in de Engelsche Dominions alle klassen nog langen tijd bijeen houden tegen het proletariaat. - De uitkomst hangt dus voor een zeer groot deel van onze taktiek en van onze organisatie af. En uwe taktiek is verkeerd.
Er is hier in West-Europa slechts één taktiek: die der Linkerzijde, die het proletariaat de waarheid zegt, en het geen waan voorspiegelt. Die, hoe lang het ook duren moge, de sterkste, de alleen sterke wapens smeedt: de bedrijfsorganisaties (die dan tot een geheel vereenigd worden) en de aanvankelijk kleine, maar zuivere en vaste kernen, de com- | |
| |
munistische partijen. En die deze organisaties dan uitbreidt over het geheele proletariaat.
Dit moet zoo zijn hier, niet omdat wij linkerzijde het zoo willen, maar omdat de productieverhoudingen, de klassenverhoudingen het gebieden. Omdat, nog eenmaal zij het gezegd, de arbeiders hier alleen staan. -
Aan het einde van mijne uiteenzetting gekomen, wil ik ze nu nog in eenige overzichtelijke vormen samenstellen, opdat de arbeiders zelf alles helder zien.
Ten eerste geeft zij, naar ik geloof, een helder beeld van de oorzaken van onze taktiek en van de taktiek zelf: Het bankkapitaal beheerscht de West-Europeesche wereld. Ideologisch en materieel houdt het het reusachtige proletariaat in de diepste slavernij, en vereenigt het alle burgerlijke en klein-burgerlijke klassen. Daaruit volgt de noodzakelijkheid, dat deze reusachtige klasse zich verheft tot eigen aktie. Deze is slechts mogelijk door bedrijfs-organisatie en opheffing van het parlementarisme - in de revolutie.
Ten tweede zal ik - opdat het verschil tusschen de taktiek van u en de derde Internationale eenerzijds en die der linkerzijde anderzijds volkomen duidelijk uitkomt, opdat de arbeiders, als uwe taktiek, zooals waarschijnlijk is, tot de grootste nederlagen leidt, den moed niet verliezen, maar zien, dat er nog een andere taktiek is - de taktiek der linkerzijde en die van de derde Internationale in eenige zinnen naast elkaar plaatsen:
De derde Internationale gelooft, dat de West-Europeesche revolutie geheel naar de regels en de taktiek van de Russische zal plaatsvinden.
De linkerzijde gelooft, dat de West-Europeesche haar eigen wetten zal hebben en haar eigen taktiek zal volgen.
De derde Internationale gelooft dat de West-Europeesche revolutie compromissen en verbonden met kleinboersche en kleinburgerlijke, ja zelfs met grootburgerlijke partijen zal kunnen sluiten.
De linkerzijde gelooft, dat dit onmogelijk is.
De derde Internationale gelooft, dat er in West-Europa gedurende de revolutie ‘scheuren’ en splitsingen tusschen de burgerlijken, kleinburgerlijken en kleinboerschen zullen zijn.
De linkerzijde gelooft, dat de burgerlijken en kleinburgerlijken tot dicht bij het einde der revolutie een gesloten front zullen vormen.
De derde Internationale onderschat de macht van het West-Europeesche en het Noord-Amerikaansche kapitaal.
De linkerzijde richt haar taktiek naar deze groote macht.
De derde Internationale ziet niet de alle burgerlijke klassen vereenigende kracht van het kapitaal: het bankkapitaal.
| |
| |
De linkerzijde bouwt haar taktiek op deze vereenigende kracht.
Daar de derde Internationale niet gelooft, dat het proletariaat in West-Europa alleen staat, verwaarloost zij de geestelijke ontwikkeling van dit proletariaat - dat toch op ieder gebied nog diep onder den invloed van de burgerlijke ideologie leeft - en kiest een taktiek, die de slavernij en de onderwerping onder de burgerlijke ideeën laat bestaan.
De linkerzijde kiest haar taktiek zoo, dat in de eerste plaats de geest van het proletariaat bevrijd wordt.
Daar de derde Internationale hare taktiek niet richt naar de bevrijding van den geest, niet bepaalt door de eenheid van alle burgerlijke en kleinburgerlijke partijen, maar ze richt op compromissen en ‘scheuren,’ laat zij de oude vakvereenigingen bestaan en tracht deze in de derde Internationale op te nemen.
Daar de linkerzijde in de eerste plaats de geestelijke bevrijding wil en overtuigd is van de eenheid der burgerlijken, ziet zij in, dat de vakvereenigingen vernietigd moeten worden en dat het proletariaat betere wapens noodig heeft.
Om dezelfde redenen laat de derde Internationale het parlementarisme bestaan.
De linkerzijde heft om dezelfde redenen het parlementarisme op.
De derde Internationale laat den toestand van slavernij zooals zij in de tweede was.
De linkerzijde wil deze van af den grondslag veranderen. Zij grijpt het kwaad bij den wortel aan.
Daar de derde Internationale niet gelooft, dat in de eerste plaats de geestelijke bevrijding noodig is in West-Europa, en ook niet gelooft in de eenheid van alle burgerlijken in de revolutie, verzamelt zij de massaas om zich zonder te vragen, of het werkelijke communisten zijn, zonder haar taktiek daarnaar in te richten, dat zij het zijn - als het maar massaas zijn.
De linkerzijde wil in alle landen partijen vormen, die enkel uit communisten bestaan en richt daarnaar haar taktiek in. Door het voorbeeld van deze aanvankelijk kleine partijen wil zij de meerderheid van het proletariaat, d.w.z. de massaas tot kommunisten maken.
Voor de derde Internationale zijn dus de massaas in West-Europa middel.
Voor de linkerzijde doel.
Door deze geheele taktiek (die voor Rusland geheel juist was) drijft de derde Internationale leiderspolitiek.
De linkerzijde daarentegen drijft massapolitiek.
Door deze geheele taktiek voert de derde Internationale niet slechts
| |
| |
de West-Europeesche, maar ook in het bijzonder de Russische revolutie den ondergang tegemoet.
De linkerzijde daarentegen voert door haar taktiek het wereldproletariaat naar de overwinning.
En tot slot wil ik, om mijne uitwijdingen in korten, overzichtelijken vorm aan mijn lezers voor te leggen, ze in eenige stellingen samenvatten. Zij moeten natuurlijk gelezen worden in het licht der uiteenzettingen.
1. | De taktiek der West-Europeesche revolutie moet een geheel andere zijn dan die der Russische revolutie. |
2. | Want het proletariaat staat hier alleen. |
3. | Het proletariaat moet hier dus de revolutie alleen maken, tegen alle andere klassen. |
4. | De beteekenis der proletarische massaas is daarom relatief grooter, de beteekenis der leiders kleiner dan in Rusland. |
5. | Het proletariaat moet hier dus ook de allerbeste wapens hebben voor de revolutie. |
6. | Daar de vakvereenigingen onvoldoende wapens zijn, moeten zij vervangen worden door of veranderd in bedrijfsorganisaties, die tot een bond vereenigd worden. |
7. | Daar het proletariaat de revolutie alleen moet maken, zonder hulp, moet het zich naar geest en ziel hoog verheffen. Het is daarom beter, om in de revolutie het parlementarisme niet te gebruiken. |
Marx had van de Commune van Parijs geleerd, dat het proletariaat den burgerlijken staat niet voor de revolutie gebruiken, niet overnemen kan. Zoo heeft de ‘Linkerzijde’ uit de Russische, de Duitsche, de Hongaarsche, de Wereld-revolutie geleerd, dat het proletariaat niet de oude socialistische partijen, noch de oude vakvereenigingen voor de revolutie gebruiken kan.
Met broederlijken groet,
H. GORTER.
|
|