Selectieve literatuuropgave
Brandt Corstius, Johannes Christiaan, Herman Gorter. Een bijdrage tot de kennis van zijn leven en werk. Amsterdam 1934. |
Brandt Corstius, J.C., De dichter Herman Gorter. Drie opstellen. 's-Gravenhage 1981. |
Dekker, G., Die invloed van Keats en Shelley in Nederland gedurende die negentiende eeu. Groningen/Den Haag 1926. |
Eeckhout, R./Martin, W., Mei van Gorter. Een computerbewerking. Leuven/Antwerpen 1971. |
Eeden, Frederik van, ‘Gorter's Verzen’, in: De Nieuwe Gids 4 (1889) deel ii, p. 112-137. Ook in: Frederik van Eeden, Studie's. Amsterdam 1890, p. 74-105. |
Eliassen-de Kat, Martha H., ‘Gorters Mei en de mythe van Amor en Psyche’, in: Spiegel der Letteren 14 (1972) nr. 1, p. 1-16. |
Endt, Enno, ‘Gorter en zijn uitgever, Versluys’, in: De Gids 131 (1968) nr. 2/3 (maart), p. 117-129. [Ook in: Enno Endt, Mooi gebruld, leeuw. Amsterdam 1986, p. 30-50] |
Endt, Enno, ‘Van droom naar werkelijkheid. Een passage’, in: Enno Endt, Mooi gebruld, leeuw. Amsterdam 1986, p. 51-73. |
Endt, Enno (red.), Herman Gorter Documentatie 1864-1897. Amsterdam 1986. Tweede, zeer vermeerderde druk. |
Endt, Enno, ‘Twee eenzamen. Herman Gorter en zijn Baldergodheid’, in: De Gids 152 (1989) nr. 5 (mei), p. 336-344. |
Endt, Enno, ‘De Mei van Gorter. Het ontstaan van een literair monument’, in: Bijvoegsel Vrij Nederland nr. ii 1989, p. 20-29. |
Eyck, P.N. van, ‘Inleiding’, in: Gorter, Herman, Mei. Een gedicht. Amsterdam 1940, p. i-lx. [Bibliotheek der Nederlandse Letteren] |
Eyck, P.N. van, ‘Herman Gorter 1883-1897’, in: Eyck, P.N. van, Verzameld werk. Deel vii. Amsterdam 1964, p. 69-475. |
Fresco, M.F., ‘Herman Gorter en de klassieke oudheid’, in: Stuiveling, Garmt (red.), Acht over Gorter. Een reeks beschouwingen over poëzie en politiek. Amsterdam 1978, p. 69-161. |
Halsema, J.D.F. van, ‘Gorter na Mei’. Deel i en deel ii, in: De Revisor 5 (1978), resp. nr. 3 (jun.), p. 32-39 en nr. 4 (jul.), p. 54-63. |
| |
Halsema, J.D.F. van/Schenkeveld, Margaretha, ‘Het proemium van Mei ii’, in: Voortgang i (1980), p. 58-59. |
Halsema, J.D.F. van/Schenkeveld, Margaretha, ‘Nieuwe zinnen. Over Gorters Mei, derde zang’, in: Voortgang iii (1982), p. 83-97. |
Huyghe, Henri, Mei van Herman Gorter: gewikt en gewogen. Een vergelijkend onderzoek naar de interpretaties. Leuven/Leiden 1974. [Travaux de la Faculté de Philosophie et Lettres de l'Université Catholique de Louvain XI. Section de Philologie Germanique II] |
Jansonius, F., ‘Impressionisme en andere aspecten van Mei’, in: De Nieuwe Taalgids 52. (1959), p. 157-161. |
Kazemier, G., Verwey en Gorter. Persephone en Mei. Rede uitgesproken bij de opening van het een en vijftigste studiejaar van de School voor Taal- en Letterkunde te 's-Gravenhage op 18 september 1965. Groningen [1965]. |
Kemperink, M.G., ‘“Muziek lokt van een ziel muziek weer los”. Het motief van het dichterschap in Gorters Mei’, in: De Gids 152 (1989) nr. 5 (mei), p. 361-368. |
Langeveld-Bakker, T.J., Herman Gorters dichterlijke ontwikkeling in Mei, Verzen en eerste sonnetten. Groningen 1934. |
Liagre Böhl, Herman de, Met al mijn bloed heb ik voor U geleefd. Herman Gorter 1864-1927. Amsterdam 1996. |
Marsman, H., Herman Gorter. Aanteekeningen bij zijn poëzie. Amsterdam 1937. Ook in: H. Marsman, Verzameld werk. Poëzie, proza en critisch proza. Amsterdam 1972, p. 647-683. |
Meeuwesse, Karel, ‘Het verhaal van Mei en Balder. Een hooglied’, in: De Gids 130 (1967) nr. 8, p. 121-129. |
Meeuwesse, Karel, ‘De structuur van Gorters Mei’, in: Dietsche Warande en Belfort 113 (1968), p. 90-106; p. 194-210. |
Paardt, R.Th. van der, ‘De klassieke opening van Mei’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1988-1989. Leiden 1990, p. 48-57. |
Roland Holst, Henriëtte, Herman Gorter. Amsterdam 1933. |
Stuiveling, Garmt, Versbouw en rhythme in den tijd van '80. Groningen/ Den Haag 1934. |
Stuiveling, Garmt, ‘Ter inleiding’, in: Herman Gorter, Mei. Een gedicht. Ingeleid door Garmt Stuiveling. Houtgravures van Dirk van Gelder. Den Haag 1969, vijfde druk, p. 5-12. |
Zevenhuijzen, Arie, ‘Gorters lied’, in: Spiegel der Letteren 23 (1981), p. 241-268. |
|
|