Verzamelde werken. Deel 5. Pan
(1951)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend
[pagina 11]
| |
[pagina 13]
| |
‘Pan’ schildert de Éénwording van de geheele Menschheid met de Natuur. Het is waarschijnlijk, dat in de oude communistische samenleving van den stam, de mensch zich één voelde met het Heelal. Maar de stam was slechts een klein deel der Menschheid, vijandig tegenover andere stammen. De ontwikkeling der werktuigen heeft toen het privaat-bezit van den grond en der productiemiddelen geschapen. En het privaat-bezit heeft de Menschheid vervreemd van de Natuur. Heeft tusschen de Menschheid en de Natuur iets anders gesteld: de Macht en het Geld. In de toekomst zal de Menschheid één communistisch Geheel zijn. Het zijn de Arbeiders, het is de Arbeidende Klasse, die de Menschheid maakt tot één communistisch Geheel, die dus de Menschheid met de Natuur vereenigt.
In ‘Pan’ nu wordt de Natuur voorgesteld als één Wezen: Pan, de Menschheid als een Mensch, een Vrouw. Men kan zich misschien verbazen, dat de Natuur als een mannelijk, de Menschheid als een vrouwelijk wezen wordt voorgesteld. Maar de Natuur is het, die in den mensch de Natuurkrachten Honger en Liefde wakker roept en daardoor in den Geest bevruchtend werkt, - en de Menschheid brengt door de Natuur, door het Heelal, aldoor nieuwe gedachten voort.
In ‘Pan’ ziet Pan de nieuwe Menschheid (in den eersten Zang). Hij ziet, dat zij één is geworden, en dus rijp is om één te zijn met het Heelal (Zang II, III en IV), en hij vereenigt zich met haar (Zang V).
In den eersten Zang wordt voorgesteld, hoe Pan vervreemd is van de Menschheid en zij van hem, hij zweeft in het Heelal hoog boven de aarde, hij ontmoet de Geest der Nieuwe Menschheid, zij zegt hem, wie zij is, en hij krijgt haar lief (pag. 29-47). Dan ziet hij de Goden, de verpersoonlijkingen van de Macht en het Bezit, die vroeger tusschen haar en hem stonden, verdwijnen. En ook de halfgoden (pag. 48-62). | |
[pagina 14]
| |
En hij hoort de Nieuwe Menschen, de Arbeiders, die zingen van hun komende Eenheid met elkander (pag. 63-69). Dan, op de aarde gekomen, ziet hij haar, de Geest der Nieuwe Menschheid, terug, en zijn Liefde wordt nog grooter. Maar zijn kennis der Menschheid is nog oppervlakkig. Hij bemint alleen nog de Vrouw in haar. Daarom weigert zij de Eenheid met hem, zoolang zijn Liefde niet de geheele Menschheid in zich sluit (pag. 70-78). Pan trekt dan uit om de geheele Menschheid dieper te leeren kennen.
In Zang II ziet Pan, na een voorzang, waarin zijn rust op de aarde wordt geschilderd, de Nieuwe Menschheid, de Arbeiders. En wel eerst hun Verleden. Hun geestelijke en stoffelijke laagheid en hun lijden (pag. 81-97). De aanwezigheid van de Geest der Nieuwe Menschheid in hen (pag. 98-100). Het lijden van hen: hun Werkeloosheid (pag. 101-102). Hun Kinderen, hun Zwervers en hun Vrouwen (pag. 103-109). Hun slavernij aan den Arbeid (pag. 110-113). Hun slavernij aan den Oorlog, de Voortplanting, het Kapitaal (pag. 114-122). De aanwezigheid van de Geest der Nieuwe Menschheid, der Muziek, der Liefde, in hen (pag. 123-124). Het begin van Opstand in hen (pag. 125-128). De Opstand van hen (pag. 129-134). De eerste Revolutie (pag. 135-144).
Het eerste Intermezzo schildert, hoe de Menschheid handelt zonder Vrijheid van Wil, maar zooals de Natuur en de Maatschappij noodzakelijk bepalen, en hoe in den Mensch, door het zien dat de Menschheid, door deze Krachten, noodzakelijk opgroeit tot Eenheid, de oneindige en absolute Liefde voor de Menschheid ontstaat (pag. 147-152).
In Zang III ziet Pan het Heden der Arbeiders. Deze zang is verdeeld in vijf gedeelten, de Propaganda, de Organi- | |
[pagina 15]
| |
satie, de Strijd, de Nieuwe Strijd, de Bewustheid der Arbeiders. Na een voorzang (pag. 155-159) waarin de socialistische materialistische wereldbeschouwing wordt gegeven, vangt de Propaganda aan, die in eenige deelen verdeeld is, alle verschillend van toon, maar tesamen één harmonie, en onderling door gevoelens van Pan verbonden (pag. 160-170; 171-173; 173-183; 184-187). De hoofdzaak in deze propaganda is: de twee krachten waardoor de Arbeidersklasse tot de overwinning komt: die van buiten, de ontwikkeling der Productiekrachten, en die van binnen, het verlangen naar Eenheid en Vrijheid. De Organisatie (pag. 188-210) is ook verdeeld in eenige deelen (pag. 188-196; 197-200; 201-204; 205-209) die beurtelings personen en groepen schetsen, en door visioenen en liederen van Pan worden afgewisseld en verbonden zijn. De opkomst der Internationale tegen het Kapitaal wordt hierin geschetst. Het derde gedeelte van Zang III, de Strijd, het middenpunt van het geheele boek, wordt ingeleid met een voorzang over de beteekenis van den Strijd (pag. 211-218), als voornaamste kracht tot de ontwikkeling der Menschheid tot nu toe. De Strijd zelf wordt dan verdeeld in drie gedeelten, drie Strijden. In den eersten worden de Arbeiders vergeleken met het Licht. En daarin komt voor; de eerste zang over den Geest, hoe die door Strijd tot Macht komt, en wel in de eerste plaats door den Strijd tegen de Natuur, de Vermeestering der Natuurkrachten (pag. 219-227). Dan volgt de tweede Strijd, waarin de Arbeiders vergeleken worden met de Muziek. Na de beschrijving van het begin van den Strijd (pag. 228-231) komt het Visioen van de Verrijzenis in het Heden der Liefde uit den Strijd, en daarna het tweede lied over den Geest, dat den strijd van den Geest tegen zich zelven, tegen de Menschheid zelve schildert en dat verhaalt hoe uit dien Strijd de Liefde komt en groeit. Van pag. 239-242 komt dan de wederopname van het visioen der Liefde. Daaraan sluit dan aan de derde Strijd, d.i. die strijd die op dit zelfde oogenblik in de werkelijkheid is, nl. die van de jaren 1914-1916, die alle arbeiders door den Wereldoorlog stelt tegenover het Kapitaal | |
[pagina 16]
| |
pag. 243-250). Hier worden de arbeiders vergeleken met de hoogste Filosofie. Daarna wordt de mogelijkheid der Revolutie geschilderd, die, nu, in 1917 en volgende jaren, uit dezen wereldoorlog voortkomt. En hier wordt de Arbeidersklasse met de hoogste Poëzie vergeleken (pag. 250-252). En dan volgt het derde lied over den Geest, waarin de vereeniging van alle arbeiders internationaal, tegen alle kapitalisten internationaal, als laatste strijd en oplossing van allen strijd wordt aangekondigd (pag. 252-253). De geboorte der Nieuwe Internationale wordt hier voorspeld. De geheele Strijd, het geheele derde deel van den derden zang wordt voorafgegaan (pag. 210) en gevolgd (pag. 254-257) door een Natuuren Geestvisioen, die te samen den strijd als het ware omlijsten. Het vierde gedeelte van Zang III, voorstellende den Nieuwen Strijd zelven, die nu zal uitbreken, is iets vager gehouden dan het derde, omdat wij het precieze, ook van de nabije toekomst, niet kunnen zien. Het schildert de komende revolutie en bestaat uit twee deelen: de voorbereiding (pag. 258-264) en het begin der uitvoering der revolutie (pag. 265-270). Het vijfde deel van Zang III schildert de volkomen Bereidheid der Arbeidersklasse tot de laatste beslissende Omwenteling, die uit de eerste Revolutie zal voortkomen. Het bestaat eveneens uit twee deelen, n.l. van pag. 271-274, en van pag. 275-278. In het laatste wordt de hoofdzaak der Propaganda uit het eerste gedeelte van Zang III herhaald.
De geheele derde Zang is het Idealistische Beeld van het Heden, het Heden zooals het zich in de Idee van den Socialistischen Dichter openbaart. Al het toevallige der realiteit wordt weggeworpen, alleen het essentieele, het wezenlijke, van het Heden wordt vastgehouden: n.l. het komen tot Eenheid en Bewustheid en Vrijheid der Menschen. Van uit het gevoel van de verrukking over dat essentieele wordt een nieuwe andere ideëele realiteit gemaakt, die, juist doordat zij het essentieele omvat en al het toevallige verwerpt, het juiste, het eenig juiste beeld der werkelijkheid is. | |
[pagina 17]
| |
Doordat alleen het essentieele wordt vastgehouden, en al de andere realiteit der ervaring wordt weggeworpen, gaat Zang III boven de ervaring uit, en is dus transcendent. Transcendent niet in den bovennatuurlijken zin van den Godsdienst of de Wijsbegeerte, maar in den natuurlijken menschelijken zin. In overeenstemming met dat transcendente karakter is het gezicht op de Natuur, en zijn de Arbeiders, in wie die essentieele realiteit zich afspeelt, slechts Enkelen.
In het tweede Intermezzo wordt geschilderd de Vrijheid der Menschheid, die in de Samenwerking van Allen, als Vrijen en Gelijken, tot één Doel bestaat (pag. 281-282), en hoe in die Eenheid, in de Menschheid en in den Mensch, het Mysterie der Liefde zichtbaar wordt.
In den vierden Zang wordt na een voorzang over de opkomst van de Schoonheid in den dichterlijken Geest, de Omwenteling der Toekomst beschreven. Deze is in vier deelen gesplitst: De Algemeene Staking, die deze Eind-Revolutie voorbereidt (pag. 287-312); de algemeene Rust en het Geluk, die van die Staking het gevolg zijn (pag. 313-320); de Voorbereiding tot de Eind-Revolutie (pag. 321-332); en de Revolutie zelf (pag. 333-368). De staking is nog verdeeld in onderdeelen: in de fabriek, in de haven, bij het transportbedrijf, en op het land en in de mijnen. Het algemeene Geluk na de staking komt in verschillende personen en groepen tot uitdrukking. De Voorbereiding tot de Revolutie in vergaderingen van mannen en vrouwen. De Revolutie zelf wordt eerst in figuren van revolutionnairen (arbeiders, arbeidsters, een schilder, een dichter) geteekend (pag. 333-351) en daarna in den strijd en de overwinning der Massa zelf (pag. 352-368). De Geest der Nieuwe Menschheid is zelve in de Revolutie aanwezig, en neemt, evenals Pan, aan de Revolutie deel. | |
[pagina 18]
| |
De vijfde Zang is gesplitst in twee hoofdgedeelten. In het eerste komen Pan en de Geest der Menschheid samen in de Natuur, terwijl de nieuwe Maatschappij nog gevormd wordt. Hun nu steeds grooter wordende Liefde wordt beschreven (pag. 371-386). Zij zien dan even de nieuwe Maatschappij (pag. 387-390) en gevoelen een begin van Eenheid. Zoo gaan zij den Nacht in (pag. 391). En in dien Nacht ‘van duizend nachten en dagen’ wordt de Nieuwe Maatschappij voltooid (pag. 392-394). Daarna, in het tweede gedeelte, is de Socialistische Maatschappij volgroeid, en zij zien deze. Zij zien in steeds hooger openbaringen haar Geluk. Dit tweede gedeelte is gesplitst in de volgende deelen: De materiëele productieve Arbeid (pag. 395-397). De Wetenschap (pag. 398-399). Het Spel (pag. 401). De Opvoeding (pag. 402-403). De Volkomenheid van den Arbeid (pag. 404-405). De Schoonheid en de Kunst (pag. 406-414). De Meesterschap der persoonlijke Menschen over de Natuur (pag. 415-418). De Meesterschap der geheele Menschheid over de Natuur, de Zaligheid daarvan, en de Goddelijkheid dezer Menschen (pag. 419-422). De Liefde der Nieuwe Menschheid. De Liefde voor zich zelve, die voor den Man en de Vrouw en voor het Kind, en die voor het geheele Menschelijk Geslacht zijn Één. Dit is het Mysterie der Liefde. En deze ééne Liefde maakt de Liefde voor het Heelal. En deze de Eenheid der Menschheid met het Heelal (pag. 423-429). En nadat Pan en de Geest der Nieuwe Menschheid deze Eenheid hebben gezien en gehoord, vereenigen zij zich met elkander voor eeuwig (pag. 430). |
|