Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 409] [p. 409] [O vrij te zijn! Met geene vaste banden] O vrij te zijn! Met geene vaste banden aan iemand vast. O aldoor door de tanden vrijheid te voelen gaan bij iedren adem. Tot heel de wereld te zeggen: 'k omvadem u als vrij man, gij zijt zoo vrij als ik. Elk mensch te zien opgroeien met een blik zoo vrij van wimper en van ooglid, armen zoo schoon, schouders zoo vrij, geen arme blikken meer die doen 't gloeiend hart zoo'n pijn. Maar zuiver stralende oogen als het rein droomende blauw van verre zomerlucht. O vrij te zijn, en in zich het geducht wezen mensch te voelen, heel, tot aan de voeten van uit het hoofd. Vrouw en kindren te groeten als zelfstandige even macht'ge wezens. O vrij te zijn en de armen te steken in de natuur, en dan daaruit te halen haar schatten en die samen te bewerken. Elken dag van den ochtend tot den avond zich te mengen met 't wezen der natuur. Vrije en bewuste natuurkracht te zijn, kind van de onbewuste heerlijke moeder, en door het zuivre hoogste wat zij had aan ons te geven, de klaarste heerlijke melk, het bewustzijn, mij met haar te mogen meng'len aldoor, aldoor. En in die zachter uren waarin ik niet met 't groote spel der spieren door haar heenga, zooals een bloeddroppel, haar leeren kennen met andren, met het brein, als zelfstandige even macht'ge wezens. O vrij te zijn en op de grens der aarde elk uur te mogen staan en in 't heelal een blik te zenden, als een vrij vrij mensch. [pagina 410] [p. 410] In 't zachte blauw des hemels mijnen wensch te mogen gieten naar de onpeilbre waarde der wereld, en der wezens zonder tal. En dan in de bloem, droomend aan mijn voet. den blik te slaan, die in de kleine kelk zich als in peillooze afgrond diep verliest. Want elk kleinst ding 't oneindig in zich kiest. O vrij te zijn, als een mensch, zwevend, elk mensch vrij, door geluk, dat mijn oog ontmoet. O vrij te zijn door oneindige schoonheid, door aller samenwerking hoogste schoonheid, als zelfstandige en bewuste wezens. Vorige Volgende