Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 399*] [p. 399*] [Ik heb een zeer schoon man gezien] Ik heb een zeer schoon man gezien, zijn gelaat was klaar, ernstig en vol vreugde, zijn gelaat was één diamanten gloed, dat kwam van zijn oogen, geloof ik, hij had een schoone zacht-kroezige baard. Hij was een werkman en toen ik dichtbij hem was zag ik eerst goed hoe zuiver hij was in de nerfjes van zijn gezicht. Er was een kalme krachtige gloed om hem, zooals van een stralenden dag donker stralend midden in den winter. Maar toen hij lachte, een hoopvollen lach, toen werd het zonnig, bruin van warmte - toen was het of jaren van geluk, duizenden jaren open gingen. En ik voelde een geluk in me dat ik nooit nooit had gevoeld. Vorige Volgende