Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] IV [pagina 181*] [p. 181*] [Is dit het roepen van den morgen? Winden] Is dit het roepen van den morgen? Winden en doorklonkene geuren zeggen het, en frischte komend uit de boomen met de zoete overrijpe geur der linde. Over de wat'ren rent de welgezinde windvlucht, door rappe boomen onverlet, waar 't stil is zijn de boomen tot een bed zoo stil voor zon: de eiken, de beminde. In effen opstand dragen ze hun kronen gehuwd en trotsch met hun gearmde takken, hun koele stammen of ze alleen wonen. Onder hun luchtige gerankte daken tot waar ze hunne beddingen vertoonen de bovenste, en 't luchtigste genaken. Vorige Volgende