Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] [De zee buiten grijs, zilverig, regenig, lommerig, in wolke' cirkelgespreide] De zee buiten grijs, zilverig, regenig, lommerig, in wolke' cirkelgespreide hier, o hier weekelijk, stillekes groen, verwijdde naar 't wijde, mijn hoofd, o mijn hoofd in de makkelijk zwakke lucht - mijn oogen zoo koel, zoo beregend voor de lucht, mijn handen wat warm neerhangende - o zoo in zoele omvangende droevigheid bij de gangende rotsige golvebedwaalde zee ik mijn hoofd in mijn handen dee - maar het schitterig ruischen sproeiig, de donderritsel, het klokkend gekabbel, het lekkend tongflitsen - het bloed in mijn hand is droog - nu schaduwe, zeevolle zeeïge voor mijn oog. Vorige Volgende