17
Brief uit Marseille, 27 april 1923:
Lieve Felix,
Het is een paar uur voordat we vertrekken naar Barcelona. Ik ben in een van de luxe hutten gaan zitten schrijven, omdat men het boven in Vilhelms salon druk heeft met de scheepspapieren. Het spoelt vandaag van de regen, en het weer beïnvloedt mijn humeur, zoals je weet! De toeristen beginnen aan boord te stromen, dus nu is alles wat vrede heet voorbij.
Dank je voor de heerlijke maandag in Brugge en dank dat je gekomen bent toen ik je erom vroeg. Wat is het toch heerlijk een vriend te hebben, ook al is hij ver weg. Vriendschap maakt je rijk - en vult je leven. Zo is het in elk geval voor mij. Mijn rug richt zich op als ik bedenk dat ik vrienden heb die mij trouw blijven en die op mij vertrouwen. Ik voel mijn waarde als mens - en ik zou het heel erg vinden als ik mijn vrienden zou teleurstellen
Wij tweeën ontmoetten elkaar na tien jaar van elkaar gescheiden te zijn geweest. Stel je voor, tien jaar, dat is nogal wat! We staan immers nooit stil, ons innerlijk en ons uiterlijk verandert elk jaar - alleen het allerbinnenste, onze ziel, die het zo weinigen vergund is te zien, is niet onderworpen aan de wetten van de verandering. Dan gaat het er dus om dat de brug die twee gelijksoortige zielen verbindt, zo sterk is dat de tand des tijds hem niet verteert.
Heeft onze brug het gehouden? Ik geloof het wel, Felix. Want het was alsof ik je de dag tevoren nog ontmoet had, toen ik afgelopen maandag een tijdje met je gepraat had. Ik zag noch voelde een kloof - omdat de brug daar was, en omdat die brug sterk was.
Maar wat was ik nerveus en daarom veel langere tijd gereserveerd dan nodig was! Vertel mij nu eens hoe jij dat voelde? Jouw ziel is als de snaren van een viool - er is zo ongelooflijk weinig voor nodig om ze te laten trillen, zelfs door de zachtste greep. Later voelde ik heel sterk dat het het enige juiste voor ons was dat we naar Brugge reisden.
Ja, dank je voor die dag - en voor alle gedachten die die dag me gegeven heeft!
Maar hoe is het nu gegaan met je portefeuille? En ben je goed thuisgekomen met het geld dat je bij je had? Wil je me gauw schrijven, zodat er een brief ligt in Minde als ik op 26 mei thuiskom? Het geeft niet als Vilhelm die brief ziet liggen, wat overigens waarschijnlijk niet het geval zal zijn. Het zal alleen maar natuurlijk zijn dat je me een paar woorden zendt naar aanleiding van mijn thuiskomst. Want zie je, mijn geweten