Voor de verschillen tussen de ‘oerbron’ (De Ridder) en de kopie verwijzen we naar het artikel van De Ridder. De tekst die we thans publiceren, werd rechtstreeks uit het origineel overgenomen. Bij vergelijking van de oorspronkelijke tekst met de gepubliceerde uit 1910 stellen we jammer genoeg vast dat hierin nogal wat afwijkingen voorkomen wegens verkeerde lezing.
De oorspronkelijke tekst werd door één en dezelfde persoon, met tussenpauzen, opgetekend. De schrijver was ongetwijfeld Eemont Goossens, aangezien hij zichzelf in zijn relaas vernoemt: ‘ick eemont goossens’ op folio 4 ro, en op folio 10 ro waar hij schrijft over ‘den muer van onsen boemgaert’. Zijn naam komt ook voor bij de getuigen van de opmeting van het Tiens Broek in 1642 (fol. 9 ro). Eemont Goossens was een man van aanzienlijke afkomst (hierover De Ridder, o.c., p. 14). Hij moet geboren zijn omstreeks 1569 en was o.m. burgemeester, schepen en rentmeester (o.c.). We voegen er nog aan toe, dat we de naam Eemont Goossens ook ontmoetten in een ‘Extract vuijt de prothocolle der tolcamer van Tienen’ p. 1 en 3 (geklasseerd in het Stedelijk Museum onder Serie M. 2), waarin Goossens zich telkens noemt ‘rentmeester der stadt van thienen’. De laatste bladzijde van zijn hand gaat over de grote overstroming van 11 juli 1649. Eemont Goossens overleed op 7 april 1650 (parochieregister).
Het origineel bestaat uit een handschrift op papier, zonder omslag, ca. 32,5 bij 20 cm, met op sommige bladzijden bovenaan een doorstreepte hoofdletter M, gefolieerd in potlood van 1 tot 11 (waarschijnlijk door F. de Ridder die deze folionummers opgeeft). De versleten rechter benedenhoek werd met een schaar afgerond. Op folio 1 ro staat XXIII in rode balpen, naast andere aanduidingen in potlood van recente datum.
Folio 10 ro is de laatste bladzijde geschreven door Eemont Goossens. Folio 10 vo en 11 ro zijn wellicht later ingevuld, nadat de 10 bladen hiertussen waren weggesneden. De rechterzijde werd namelijk, vóór dat de inkt op de linkerbladzijde was opgedroogd,