gewichtigdoeners, schijnheiligen, ingebeelden, zoekers naar waarheid, verwerpen van waarheid, vreemdelingen, buitenstaanders, vervreemden, gedepersonaliseerden, personages die naar een auteur zoeken, die naar hun eigen gevoel zoeken, naar hun eigen schuld zoeken, naar zich zelf zoeken, naar God zoeken, is de retoriek van het toneel steeds opnieuw bezig met de retoriek van het leven of met zich zelf, omdat het toneel het leven zo voor de hand liggend kan symboliseren.
In De Wilde Eend van Ibsen handhaaft de oude Ekdal zijn zelfgevoel als voormalig jager op groot wild door op zijn zolder rond te scharrelen met zijn geweer temidden van een menagerie van duiven, kippen, konijnen en een invalide eend. Die eend belichaamt het pak leugens waaraan de oude berenjager en zijn van grootspraak levende zoon Hjalmar zich vastklampen. Het is een eend op zolder: een leugen zoals alles op het toneel, een uit de bossen van de werkelijkheid naar de planken van een stoffige behuizing overgebracht dier. Maar de wilde eend, hoezeer ook vleugellam en verminkt, is op de oceaanbodem, op de grond der werkelijkheid, geweest, vanwaar hij door de duikende jachthond van de oude Werle naar boven is gebracht. Hij is óók symbool voor echtheid en daarom een bruikbaar teken voor de dubbelzinnige retoriek.
Wie toneelvoorstellingen bezoekt en er genoegen in schept, houdt zich bezig met eenden-op-zolder, met echtheid die nagemaakt is, met wat Aristoteles al de imitatie van een actie noemde. Een ‘happening’, een geïmproviseerd spel, een spontaan gebeuren, is natuurlijk heel wat anders: geen wilde eend op zolder, maar een tamme op de begane grond. Het toneel is ingestudeerde spontaniteit, een steeds weer op losse schroeven gezette vastheid. Het is een verzameling leugens, aanstellerij, waarheid, biecht, Schmiere, doorleefdheid, indrukwekkende prestaties en in elkaar geknutseld maakwerk. Het is de naamloze emotie die effect geworden is, bezielde namaak die overtuigt of ergert of woedend maakt.
Er zijn fanatici van het toneel, zelf-overschatters, konijnen-schietende berenjagers, die menen dat de tekst een bagatel is, een