soort niet dezelfde voorkeur hebben voor het aanzien van de secundaire geslachtskenmerken van hun partners, zouden de mannetjes er op den duur in elk van die populaties anders uit kunnen gaan zien. Na een paarse start zouden de mannetjes in het ene gebied blauw kunnen worden, in het andere gebied rood. Tengevolge van deze divergentie in ornamentatie zouden de populaties reproductief geïsoleerd kunnen raken (...) Vrouwtjeskeuze zou dus van groot belang kunnen zijn voor het ontstaan van nieuwe soorten, mogelijk ook van furusoorten.’
Dat laatste is nu nog waarschijnlijker geworden en er is niet eens ‘een paarse start’ voor nodig en evenmin is het bestaan van verschillende populaties voorwaarde. Sympatrisch levende kleurvormen binnen een soort kunnen zich op den duur ontwikkelen tot nieuwe soorten, waarmee niet is gezegd dat dit soortvormingsmechanisme de afgelopen 12,5 duizend jaar ook het enige werkzame zou zijn geweest.
Sinds de jaren twintig is de troebelheid in het Victoriameer sterk toegenomen. Dit heeft grote gevolgen voor de zichtbaarheid van de kleuren van de mannetjes en dus ook voor de mogelijkheden voor vrouwtjes om hun partners daarop uit te kiezen. Hoe transparanter het water is en hoe meer kleuren tot de baltsplaatsen doordringen, des te groter is het aantal nauwverwante soorten dat in een rotshabitat wordt aangetroffen. Ook worden op die heldere plekken, vaker dan in troebel water, soorten gevonden met meer dan één kleurvorm. In dit boek werd beschreven hoe honderden soorten furu door toedoen van de nijlbaars uitstierven. De recente inventarisatie van de rotsbewonende soorten is hoopgevend, want er bleken in dit leefgebied nog zeker tweehonderd soorten over te zijn. Ditmaal vormt niet de nijlbaars een bedreiging voor deze soorten, maar de toenemende troebelheid. In troebel water kunnen vrouwtjes de kleuren van de mannetjes minder goed, of helemaal niet meer onderscheiden en zo verdwijnen de kleurverschillen die door seksuele selectie teweeg werden gebracht en in stand gehouden. Het gevolg is dat individuen van verschillende soorten bastaarderen. Uit kruising van individuen van verschillende furusoorten kunnen, onder zeer bepaalde omstandigheden, nieuwe soorten ontstaan, maar er is een grotere kans dat het bij de rotsen net andersom zal gaan. Steeds meer soorten zullen verdwijnen wanneer vrouwtjes hun eigen mannetjes, in het donker, niet meer kunnen herkennen. Hoopgevend is dat er vermoedelijk weer nieuwe soorten zullen ontstaan wanneer op een dag het water weer helderder zou worden.
T.C. Johnson et.al., 1996. Science 273, 1091-1093.
Ole Seehausen, Jacques van Alphen & Frans Witte, 1997. ‘Aquatic Light Spectra Predict Diversity of Cichlid Fishes in Lake Victoria’. Science (ter perse).