Prettige tijdkorting(ca. 1857)–J.J.A. Goeverneur– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] De wraak der dieren. De onnoozele dieren in 't eenzame bosch, Die leefden recht vredig en blij; Maar.... poef-paf! daar kwam er een jager op los En knalde 't van verre en nabij. Daar stoof toen het hert voort in hollende vaart, De ree volgde in vliegende vlucht, De haasjes, ze doken zich angstig ter aard, Verschrikt door het wilde gerucht. En toen nu in 't eind weer de rust was hersteld, Toen heerschte er ontsteltnis en rouw, Want menig dier vond er zijn makker geveld Of miste er zijn kind of zijn vrouw. Nu werden de dieren verbolgen te moê, De woede en de schrik gaf hun moed; Zij zwoeren den jager den ondergang toe En dorstten naar wraak en naar bloed. De onnoozele dieren in 't groenende woud, Voorheen stil en goedig en zacht, [pagina 16] [p. 16] Ze waren thans woedend en razend en stout; - Daar kwam weer de jager ter jacht. Wild schoten zij toe en zij grepen hem aan, - Geweken was eerbied en schroom, - En dra was 't met hond en met jager gedaan En hingen zij dood aan een boom. [pagina 17] [p. 17] Vorige Volgende