Sire, een officier van mijne marine, dien ik de eer heb, uwe Majesteit voor te stellen.’ ‘Nog mooier!’ roept de zeeman; ‘gij de koning van Pruisen, gij de keizer van Rusland, ik de keizer van China, drie monarchen, die zich mogen laten zien! Waarom niet? - Nu, hoe gaat het met de Pruisische zaken? Wat nieuws uit Berlijn? Op mijn woord, uw voorvader, de oude Frits, was een groot held, zoo goed als uw stamvader de groote Peter,’ zeide hij met eene buiging tot Alexander; ‘maar ze zouden toch licht niet gedaan hebben, wat mijn grootvader deed, die zich bij Tschesme in de lucht liet springen, om zich uit de handen van de Turken te redden. Hij zei dit op zulk een lossen toon, dat de monarchen hartelijk lachen moesten. Men kwam nu juist een wijnhuis voorbij en de zeebonk noodigde beiden uit, het gesprek ouder een glas wijn voort te zetten. Het zonderlinge geval verleidde de vorsten, en alle drie traden binnen. ‘Op uwe gezondheid, broeder!’ zei Alexander tot den koning van Pruisen. ‘Er ontbreekt slechts een salvo, om den toast te maken, zooals het behoort,’ hernam deze. ‘Daar is raad voor!’ riep de officier, haalde een pistool uit den gordel en loste die. Dat schot verwekte opzien; de monarchen sprongen op en haastten zich, het huis te verlaten, zoodra de officier, die hen volstrekt niet wilde laten meebetalen, het gelag had voldaan. Dicht bij het paleis ontmoetten zij den hertog van, door wiens toespraak de zeeman eindelijk begreep, dat hij toch werkelijk twee der machtigste monarchen onthaald had. Men kan zich zijne verslagenheid voorstellen. Hij wilde den keizer te voet vallen; doch deze stelde hem gerust en verzocht thans, om uitlevering der depêches.
Den volgenden dag werd hij als kapitein aan des keizers tafel genoodigd.