Besluit. VI.
Of Eva dien nacht droomde van al de pret, weet ik niet, maar dat zij er nog langen tijd over nadacht, dat kunnen al hare vriendinnetjes getuigen, want ze hebben allen zoo dikwijls hooren spreken over ‘Eva's bal,’ dat ieder op hare beurt u vertellen kan van dien goeden oom William en van al de pret, die hij zijn nichtje aandeed.
En ze weten zelfs hoe slaperig Eva werd en dan nog hoe ze met schatten beladen thuiskwam en voor ieder een presentje medenam, voor de eene eenig speelgoed, voor de andere een doos met confituren of chocolaadjes, voor de derde een boek met platen en voor de vierde weer iets anders. Ze was met mama een geheelen morgen bezig geweest om voor de kennissen ‘gedachtenisjes’ te koopen.
‘En van mij krijgt ge allen ook iets,’ beloofde Eva's moeder, ‘maar daarvoor is geduld noodig, want dat present is pas klaar met Sint Nicolaas.’
‘Wat is dat toch? Wat kan dat wel wezen?’ vroegen de meisjes. Ze waren er erg nieuwsgierig naar. Maar Eva kon het haar niet zeggen, want ze wist het zelve niet.
‘Neen,’ sprak mama, ‘het moet een verrassing blijven,’ en zij zeide er niets van, al zat Eva ook gedurig te raden wat het wel kon wezen.
Doch eindelijk, op den Sint Nicolaasdag daar kreeg Eva een pakje en daar zag ze de verrassing.
Wat was het?
Mama had zes keurige teekeningen gemaakt en die waren gedrukt en er was een vertelling bij geschreven en er was een omslag om heen gedaan en daar stond op te lezen:
EVA'S BAL.