‘Ja, maar daarom moet ze toch niet altijd toegegeven worden,’ vond de moeder, doch oom zeide: ‘och, ze is hier zoo kort, laat ik haar in die weinige weken maar een klein beetje bederven. Dat doe ik zoo graag.’
Wat zou mama daarop antwoorden? Zij vond het wel niet zoo heel goed, dat haar kleine meid zoo verwend werd, maar Eva vond het dol prettig, als oom haar alle dagen mede uit rijden nam, alles voor haar kocht wat zij mooi vond en allerlei pretjes voor haar verzon; en de heer Darrel, zoo heette oom William, genoot als hij zag hoe opgetogen zijn nichtje kon wezen.
‘En vertel mij nu eens, Evangeline, wat er alzoo op het lijstje van verlangen staat voor je verjaardag?’ vroeg oom, eens op een morgen, terwijl hij Eva op zijne knieen zette.
Eva zou namelijk haar achtsten verjaardag bij oom aan huis vieren.
‘Een Schotsche pennehouder en een medaillon en een pot met witte rozen en een papeterie, en een lamp voor de poppekamer of nog liever een kroon, en een badpoppetje en een klein flaconnetje....’
‘En? vroeg oom.
Mama weet u niets meer?’ vroeg Eva, die niets meer bedenken kon.
‘Me dunkt, er is al zoo iets opgenoemd,’ lachte mama, ‘oom heeft al een ruime keuze.’
Maar oom schreef al de opgenoemde zaken op een lijstje en gaf de huishoudster stilletjes bevel om dat alles te koopen, en wel elk dingetje zoo mooi, als het maar te krijgen was.